De Kasseien van Londen

‘Maar nee, we gaan wel, je kan een citytrip toch ook rustig aan doen?’ Mijn vriend maakt zich wat zorgen, want eigenlijk voel ik me niet zo goed, dus hij suggereert efkes om thuis te blijven. Ik ben inderdaad nog aan ‘t bekomen van een zware griep, met nog steeds een zware hoest en de daarbij horende gekneusde ribben tot gevolg. En door al die drukke dagen gaat de recuperatie zo traag, dat ik eigenlijk beter een weekend in mijn bed zou kruipen dan door de straten van Londen ga dwalen. Vandaar, we zullen er een rustige citytrip van maken.
Het is uiteindelijk ook niet de eerste keer dat ik in Londen ben, dus ik heb geen al te lang verlanglijstje. Een show staat op het programma, Motown, en uiteraard schoenen kopen bij Russell & Bromley, maar voor de rest… pintje pakken en de sfeer in deze fantastische stad opsnuiven! Eventueel een museum, maar dat is zelfs geen must.
Denkend dat Motown een muziekstijl is en dat we gewoon goeie muziek gaan horen, gaan we naar Shaftesbury Theatre. We lachen nog met het feit dat blijkbaar iemand eens buiten gegooid is uit de zaal, te hard aan ‘t meezingen! Toch wel onder de indruk als we buitenkomen, nu wetend dat Motown een platenlabel is, de eerste in zijn soort die erin slaagt ‘zwarte muziek’ bekend te maken bij een blank publiek. Niet zonder slag of stoot natuurlijk. Racisme loert altijd wel ergens om de hoek. Dankzij Motown kennen we wel The Jackson 5, Diana Ross, The Temptations, Marvin Gaye, Stevie Wonder,… het lijstje gaat nog verder!

bg-img
officiële foto van de flyer

Paasweekend in Londen. En als je al met kerst in Londen geweest bent, weet je het, de Londenaars nemen de feestdagen serieus! Op Christmas & Boxing Day zie je zelfs geen één rode bus rijden. Metropoorten zijn gesloten. En de enige taxi’s die rijden, zijn gereserveerd. Musea gesloten en veel horeca trouwens ook. Londen wordt stil. Met Easter Weekend gelukkig niet. De Londenaars komen buiten! De horeca en de meeste musea zitten stampvol! Wij slenteren onbewust Neal’s Yard in, een groen steegje in het centrum van Londen. Gekleurde huisjes, planten, bankjes, en veel fotografieliefhebbers. Een uniek plaatsje. En een unieke wijnbar, klein maar oh zo gezellig, en een leuke afwisseling met de pubs die we meestal in Londen bezoeken.

En het mag eens iets anders dan pub food zijn, dus we gaan eten in Jamie Oliver’s Italian. Super bediening, lekker eten en drinken, echt op ons gemak, kortom, een geslaagde avond! En dan totaal onverwacht. Kasseien. Twee trapjes naar beneden. Beetje nat. Mijn knie raakt het eerst de grond. Dan is het aan mijn hand, ik hoor en voel letterlijk de vingers van mijn linkerhand breken. Ik eindig op mijn schouder, dat zal ik maar later merken. Een man uit de lobby van een hotel vlak in de buurt komt met een zak ijs, hij heeft het zien gebeuren. Ziekenhuizen in het buitenland (ja, zelfs Engeland) zijn nooit een goed idee. Maar in dit geval gaat het niet anders. Nadat bijna al het ijs gesmolten is op de vloer in de wachtzaal van de spoed (nee, ze hebben geen plastiek zakje ofzo, nee, ze kunnen echt niet helpen), komt de dokter me halen. Om een blad in te vullen. Met mijn linkerhand. De dokter zal me nog een paar keer over en weer doen van de wachtzaal naar zijn ruimte voor ik met getapete vingers de kliniek verlaat.
Al bij al dus geen rustige citytrip, nog meer geradbraakt dan dat ik vorige week al was, klaar voor de nieuwe werkweek! Maar Londen, don’t worry, we’ll be back!

Onweer in Bali

Bali is het tropisch paradijs. Volgens de brochures hebben ze werkelijk alles; een heilig apenbos op de beboste vulkaanflanken voor de dierenliefhebbers onder ons, prachtige koraalriffen voor de duikers, golven voor de surfers, hindoetempels voor de reizigers die eens een andere cultuur willen opsnuiven, en bovenal een warm klimaat, ook in het regenseizoen. Kortom, voor elk wat wils.
Komt erbij, je bent op slag miljonair! Ik had maar liefst 3600000 RP op zak! Echter, in onze munt nog geen 250 waard. Maar het idee eraan was toch plezant. Wat een pak biljetten!
En uiteraard wil ik meer zien dan enkel de prachtige tuin en het veel te warme zwembad van het hotel. Ik wil dat Monkey Forest zien! En die rijstvelden! En de zee! Op uitstap dus. Een privé gids (die zelfs Nederlands spreekt; Bali was tot niet lang geleden een kolonie van Nederland) mét chauffeur gaat met ons mee. Hij neemt ons mee in de cultuur van Bali, met hindoeïsme als belangrijkste godsdienst, en onderweg vertelt hij ons over de verschillende ambachten in Bali, zijnde zilverkunst (ingevoerd uit Borneo), schilderijen en houtsnijwerk. De belangrijkheid van de ceremonieën zet hij, zelf een hindoe, vaak in de verf. Dat ze een aantal keren per dag offeren aan de goden kan je trouwens niet missen, overal struikel je bijna over alle bakjes met bloemen, vers fruit, koekjes en snoep, waar vooral de plaatselijke fauna zich aan tegoed doet!


So far so good. Want, helaas, al dat moois van Bali heeft een keerzijde…

Files

Waar we geen rekening mee gehouden hebben, is dat álle toeristen een eigen gids en chauffeur krijgen; van zodra we de oprit van ons hotel afrijden, staan we stil. En een meter verder staan we nog eens stil. En eigenlijk staan we overal stil. Brommertjes razen ons links en rechts voorbij. De verplaatsingen gaan ongelooflijk traag. Het gaat er ook heel chaotisch aan toe, voorrangsregels kennen ze hier niet. Na een uitstap van maar liefst 11 uur, waarvan het merendeel in de auto zijn we kapot! En hebben we eigenlijk vanalles en niets gezien.

Moet er nog plastiek zijn

De uitgestrekte stranden met fantastische branding missen hun doel niet. Al van ver zie je de surfers de ene golf na de andere pakken, of missen. Nog vastgebonden aan hun bodyboard komen ze al dan niet half verzopen terug het strand opgekropen. En samen met hen speekt de zee met elke golf plastiek uit. Echt. Overal plastiek. De Balinezen staan zelf in voor de verwerking van hun afval; ze verbranden een deel, maar, ze gooien blijkbaar ook een heel deel gewoon in de rivier, en die mondt uit in de zee. Vooral tijdens het regenseizoen komt dit afval terug op het strand terecht… hier is duidelijk nog wat sensibilisatie nodig! Het is eigenlijk echt vies om tijdens het wandelen op het strand ineens een plastiek zakje tussen je tenen te krijgen. Tot daar de romantische strandwandeling.

Tourist trap, for us or for them? That’s the question

Bali, een paradijs, dat zich volop richt op het toerisme. Het ene resort naast het andere, met bars en toeristenwinkels all over. Iedereen probeert een plekje te veroveren in deze booming business. Ik vraag me af of er eigenlijk een verschil is tussen deze vorm van ‘moderne’ kolonisatie van toeristen en de vroegere kolonisatie van Nederland. Het is een risico, voor dit prachtige land mét actieve vulkaan, om economisch bijna volledig af te hangen van de toeristensector.

Bali, clean and green

Het moet gezegd, je ziet wel inspanningen. De lokale surfclubs harken het vuil op het strand bij elkaar dat opgehaald wordt door een bulldozer. Je hebt vuilbakken om te sorteren. Ik zie een reclamepaneel met een sensibiliseringsfilmpje om geen koraal te ‘plukken’. Maar, we zijn er nog lang niet. Bali, clean and green, ik wens het ze van harte toe!


Onze laatste avond worden we getrakteerd op een showspel van bliksem, donder en regen. Direct staan de straten blank. Krijgen we toch nog iets van het regenseizoen te zien!

Ontmoeting met de Sami cultuur in Lannavaara

Ik was ontroerd. Door het landschap. De stilte. De ondergesneeuwde natuur, die geduldig wacht tot de eerste zonnestralen de ontdooiing inzetten. Maar bovenal was ik ontroerd door de kennismaking met de Sami cultuur.
We hadden die dag een druk programma, ’s morgens met een rollator naar de andere kant van het dorp, en ’s middags waar ik het meest naar uitkeek: met de husky’s gaan sleeën!
Het vervoermiddel bij uitstek is daar inderdaad de rollator, al begrijp ik na 5 kilometer nog steeds niet waarom ik dat ding terug uit de kast zou halen in plaats van te voet te gaan. Verschrikkelijk vond ik het! Je bedient het zoals een step, maar vermoeiend dat dat is! Te weten dat de meeste mensen hier bejaard zijn, en dat als vervoermiddel hebben; die mensen hebben nogal een conditie! Chapeau!


Maar dus, toen we eenmaal aan de andere kant van het dorp geraakt waren, wachtte een super mega sympathieke dame ons op, om wat meer te vertellen over de Sami cultuur. Die dame heeft nog geen beetje indruk op me gemaakt. Die staat echt voor haar cultuur, en is trots dit te mogen delen met ons. Er staan een paar van haar rendieren voorzichtig vanachter de takken naar ons, maar vooral naar die mand vol mos, te kijken. Het is een zware winter voor de beestjes. En dat na een natte lente, dat maakt het voor de rendieren nog moeilijker om het mos vanonder het dikke pak sneeuw te graven. Terwijl de vrouw verder vertelt, schaam ik me meer en meer voor onze individualistische en materialistische manier van leven. Ik voelde me daar op een bepaalde manier zó thuis dat ik er wilde blijven, en het afscheid kneep dan ook mijn keel dicht. Nog een tasje koffie (met een blokje kaas in) om op te warmen, en dan terug die rollator op naar de chalet. Daar heb ik al mijn energie voor nodig, dus moet ik efkes niet praten of uitleggen wat me bezielt.


Eenmaal thuis lees ik nog over de Sami cultuur. Hoe ze tot voor kort nog als nomaden leefden, en hun kuddes rendieren overal mee volgden. Hoe ze een plek en een stem veroveren in de parlementen van de desbetreffende landen. Hoe ze enkel van de aarde nemen wat ze nodig hebben, en als ze al een dier slachten, hier ook echt alles van gebruiken. Tot gereedschap maken van de botten. Ik onthoud vooral hoe gastvrij en vriendelijk ze zijn, voor ons, als onwetende toerist, om toch hun hart open te zetten en ons verwelkomen en knuffelen alsof we mekaar al jaar en dag kennen. Giitu!
’s Middags vind ik de hobby waar ik naar op zoek ben! Zes husky’s huilen, blaffen en trekken aan de lijnen. Ze eisen alle aandacht op, want ze willen vertrekken! En daar gaan we! Door de bossen, over de bevroren rivier (yep, efkes bergaf, spannend met die slee, want je wil niet met die slee tegen pootjes glijden), over sneeuw en ijs… het wordt ondertussen donker, dus we krijgen een lamp op ons hoofd, niet dat ik daarmee zelf meer zie… ik denk maar dat ik vooral meer zichtbaar moet zijn voor de anderen. De honden weten wel naar waar ze moeten lopen, daar ga ik maar vanuit. Af en toe is het precies bobsleeën, zo snel dat we gaan door de bochten! Bevroren en ijskoud, en tot op vandaag nog altijd één gevoelloze vingertop, maar het was het zo waard!

Dus, ik heb heimwee. Heel hard! Wanneer gaan we terug?