De Boekenjager

Moet je weten dat ik al jaren een boekenverzamelaar ben. Een boekenverslinder. En ook een boekenkoper. Mijn boekenkast is een aaneengesloten geheel van wijnkistjes met toch vooral al gelezen boeken. Laat ons zeggen dat ik dus wel een en ander weet van boeken. Maar dat je boekenjager kon worden, dat wist ik nog niet.

Ik wil het eerlijk vertellen hoe het is gelopen. Ik heb het zwerfboek niet zelf gevonden. Mijn buurvrouw wel, zij vond het in ons eigen straat. Maar omdat zij geen lezers zijn, bracht ze het naar mij. Net voor de garageverkoop in de straat had ik al in haar bananendoos vol boeken mogen snollen naar die pareltjes die ik nog niet had. En die mocht ik dan zomaar hebben. Bedankt nogmaals buurvrouw!

IMG_20181220_180108.jpgJe hebt zwerfboeken in allerlei gewichten en maten, leer ik op de facebook pagina van de boekenjagers. Ik krijg ‘Dik in mijn hoofd’ van Victoria Farkas te lezen. Bedoeling is dus dat je het vindt, leest, en dan terug verstopt. Dan ben je een boekendropper.

Niet direct het boek dat ik zou kopen, maar ik heb het wel gelezen. Het is eigenlijk een jeugdboek, over anorexia. Misschien wel een heel actueel onderwerp. Met alle schoonheidsidealen en mogelijke plastische chirurgie sta ik er niet van versteld dat veel meisjes slecht in hun vel zitten. Niet alleen jong, maar ook oud. Je duikt mee in het leven en de denkwereld van Roos, die zelf niet doorheeft hoe mager (en lelijk!) ze er eigenlijk uitziet. Minder eten, laxeermiddelen en uiteindelijk overgeven. Tot heel haar leven in functie staat om toch maar nóg magerder te worden. Haar vriendinnen en ouders zien het uiteindelijk wel, maar dan moet Roos nog geholpen willen worden. De online hulp van zogezegde soulmates (die dan nog magerder zijn als zij) maakt het er niet gemakkelijker op. Gelukkig is het voor Roos net niet te laat.

Gewoon al omdat het een zwerfboek is, heb ik het met plezier gelezen. En nu ga ik het terug verstoppen! Als boekendropper. Aan de volgende boekenjager om het te vinden! Veel succes!

Kiezen, maar hoe?

Het lijkt alsof ik momenteel dat soort boeken aanzuig. Over de ontdekkingsreis naar de zin van je leven. Over hoe gelukkig kiezen. Ik heb tegelijk en apart deze twee boeken gelezen.

img_20181209_183729.jpgHet beste boek van de twee, ‘Kies je gelukkig!’ van Bas Kast, kreeg ik op de boekenbeurs(bedankt @Bookspot!). Eerlijk gezegd, van de schrijver, nog nooit van gehoord, maar het thema spreekt me wel aan. Zeker na mijn laatste blog Druk, druk en druk waar ik het al had over ‘nee’ zeggen, lastige ‘moetjes’ en prioriteiten stellen. Dus komt hij bovenaan op mijn nachtkastje te liggen.

Het tweede boek, ik weet al niet meer van waar ik dit heb, het riep me gewoon vanuit mijn eigen boekenkast. ‘The Map’ van Colette Baron-Reid. Het is Amerikaans, en voor mij een tikkeltje té ‘amazing’. Je leert je eigen innerlijke map te maken, met je eigen magische plekken, en de daarbij horende denkbeeldige wezens. Zo leer je de sleutels van je onbewuste te gebruiken. Je komt op plaatsen als de Relaxboom, het Papaverveld, de Dorre Woestijn en het Bevroren Land. En je leert de plekgeest kennen, en je eigen Kobold. Allemaal om tot meer inzicht te komen van je eigen diepste krachten. Plaats geven aan de paradox dat de enige constante verandering is. Voor mij is het boek iets te abstract, dus ik voel me toch meer aangetrokken tot het boek ‘Kies je gelukkig!’.

Deel één van dat boek is precies voor mij geschreven. De Vrijheidsparadox. Voor mij waarde nummer één. Volgens de schrijver hebben we teveel keuze, van de potjes confituur in de winkel tot partners waar we ons leven (tijdelijk) mee delen. Helaas is kiezen ook verliezen. Had ik toch maar voor dat andere gekozen. De rij aan de kassa, weet je wel.

Deel twee. De Welvaartsparadox. Als je de geschiedenis bekijkt, hebben we het nog nooit zo goed gehad als nu. En toch zijn we nooit zo ontevreden geweest als dat we nu zijn. Blijkt dat welvaart toch wel wat schaduwkantjes heeft.

‘Rusteloze stadsneuroten’, dat zijn we, lees ik in deel drie. In deze moderne wereld zijn we vrij, welvarend, én, gestrest. Chronische rusteloosheid, niet in staat om ons te ontspannen. Juist door onze vrijheid en door het onbeperkt aantal keuzemogelijkheden. Komt daar nog de pendelaarsparadox bij…

Hoe nu met al die paradoxen omgaan? Gelukkig staan in de epiloog een aantal tips:

Houd de ratrace voor gezien en leef!
Geld of liefde? (over het algemeen focussen we teveel op geld, persoonlijk succes en carrière, terwijl we meer tevreden zouden zijn als we meer aandacht besteden aan vriendschappen en sociale betrokkenheid)
Weg met dat eeuwige ‘als ik nu eens’: gewoon doen!
Niet steeds sneller en steeds meer: beperk je.

Moesten deze tips je te rationeel overkomen, kan je nog altijd die denkbeeldige wezens aanspreken en/of je innerlijke map maken met het boek ‘The Map’.

Veel succes ermee!

Druk, druk en druk

Ik heb het druk. Niet alleen dat mijn agenda redelijk vol staat, maar ook mijn hoofd zit vol onafgewerkte lijstjes. Zo erg, dat ik schrik heb om ze op te schrijven. Ik denk dat ik kan blijven oplijsten. Dus laat ik ze voorlopig maar enkel in mijn hoofd zitten.

Komt erbij dat ik een vreselijk schuldgevoel heb. Naar mijn hond Reynaert toe dat ik weer eens niet ga wandelen, maar kies voor de kunstacademie waar ik schilder. Schuldig als ik daar dan een les oversla, omdat ik zo moe ben dat ik liever een avond thuis hang en nog onder de stress zit van het fileleed. Schuldig dat ik niet de tijd nam om die telefoon op te nemen, laat staan om terug te bellen. (bij deze, echt sorry hiervoor, ’t is niet dat ik niet aan jullie denk ♥) Zou ik ook niet beter wat sport in mijn agenda zetten? En ga zo maar door.

En ja, ik kan een cursus time management volgen om beter met mijn tijd te leren omgaan. Toevallig dat die net nú (in één van mijn vier!!!) mailboxen komt. Het gaat dan over kwalitijd, en knopen leren doorhakken. Ik heb eigenlijk zelfs geen tijd om zo’n cursussen te volgen.

Ik lees ook net de volgende quote op mijn Happinez kalender:

Tijd is ons grootste geschenk.

Op de achterkant van zo’n blaadje staat dan wat toelichting. Volgens die uitleg lijd ik aan het ‘tijdtekortsyndroom’.  De oplossing hiervoor is ‘nee’ zeggen. Vooral ‘nee’ zeggen tegen het gevoel van moeten. Geen moetjes. Me niet laten opjagen. Ik heb dan toch de tijd genomen om het volledig te lezen.

Het is een actueel onderwerp, de drukte. Wat stress kan doen met je lijf. Boeken, artikels en blogs staan er vol van. Het gaat er dan over te bepalen wat je nu écht belangrijk vindt, wat je prioriteiten zijn. Niet gewoon hollen om de ratrace van vandaag te kunnen volgen, maar bewust kiezen waar je mee wil bezig zijn. Quality time inbouwen. Rust nemen. Momenten van inspanning afwisselen met ontspanning. Niet wachten tot je lijf niet meer mee wil, en je wel verplicht bent om het rustiger aan te doen.

Daarom heb ik gisteren een dag ingelast dat ik nu eens echt niks gedaan heb. Van mijn pyjama in mijn jogging, en van de stoel naar de zetel en terug. Twee films gekeken. En dat op één dag! En nee, ik voel me daar niet schuldig bij.

En, uiteraard, ben ik van plan mijn leven te beteren. Meer tijd voorzien voor de belangrijke dingen in mijn leven. Ik zal eens tijd inplannen om hier werk van te maken!

Ondertussen wens ik jullie allemaal zo’n dag in jogging of pyjama toe!

Boeiend aan reizen

Wat vind ik toch zo boeiend aan reizen?

De overvolle luchthavens, op onmogelijke uren moeten opstaan, met koffers sleuren, beperkte kledij bijhebben, koffers die niet toekomen, kleine harde matrassen, slappe koffie, regen op vakantie, kort samengevat, genoeg argumenten om gewoon cosy thuis te blijven.

En toch…

Wat ik mooi vind aan reizen, is het uurverschil. Je bent niet alleen mijlenver weg van thuis, maar ook nog eens in een andere tijdzone… je lijf geeft aan dat je leeft! Zalig is dat! Maakt dat je van een avondmens een ochtendmens wordt, en dus om half zeven ‘s morgens fluitend buiten op straat loopt, omdat je al om vijf uur koffie hebt gedronken op de kamer. Dat lukt mij thuis dus nooit! Eenmaal terug thuis, om tien uur ’s morgens al zin hebben in wijn, de jetlag heeft me duidelijk te pakken. 😊

Een ander geweldig ding aan reizen vind ik de andere munteenheid! Hoe heerlijk is dat! Omrekenen, altijd in je eigen voordeel uiteraard (je maakt het altijd iets goedkoper dan thuis, dus toch de moeite om te kopen) en fascinerend om die andere munten en briefkes te kunnen gebruiken! Ook al heeft Europa heel wat pareltjes, dat deel van charme is ons continent voor mij wel wat kwijt. Al die verschillende portemonneetjes met Gulden, Franse Franken, Ponden (ok, dat nog altijd), Italiaanse Lires en Duitse Marken… geweldig! In grote delen van Europa vind je dat niet meer, verder weg van huis wel! Ter voorbereiding van je reis kan je dan nog eens bij Baslé langs gaan, het beroemde wisselkantoor, om geld te wisselen. How cool is that!

Ja, want reizen begint toch bij de voorbereiding, en daarna stopt het eigenlijk nooit meer. De fotoboeken van de verschillende reizen stapelen zich op, en je begint de ene reis met de andere te vergelijken. Reizen zijn herinneringen. Reizen zijn een mindset. Niet in je eigen cocon blijven zitten. Leren en weten hoe het er elders aan toegaat. Culturen ontdekken. Genieten van eindeloze uitzichten. Palmbomen.

Zeker met de constante invloed van social media vandaag, is reizen voor mij ook een manier om hier eens afstand van te doen. Een digital detox zeg maar. Ja, de gsm en eventueel de tablet gaan mee op reis, maar je hebt toch niet overal bereik. Alles begint al op het vliegtuig. Gsm’s moeten af. Of op vliegtuigstand. Zoveel uren onbereikbaar! Ongestoord een filmke kunnen zien of muziek kunnen luisteren zonder dat de telefoon gaat. Wat een fantastisch gevoel!

En ook, hoe gek het misschien ook klinkt, terug naar huis komen met nieuwe energie. Want dat doet reizen, je batterijen opladen, je laten zien hoe je ook hier kan genieten in je eigen cocon, appreciëren wat er is en wat er niet is. Ik word een stuk wereldser, nog meer begaan met mens en dier, niet alleen in mijn eigen directe omgeving, maar hier, en overal in de wereld. Voor mij, maakt reizen van mij een beter mens.

Dringend tijd dus om terug te vertrekken!

De Cargo-mix.

Oké, deze recensie wordt nog wat meer gekleurd dan anders, want het is niemand minder dan mijn eigen mama die dit boek heeft geschreven! Eerlijk gezegd ben ik wat jaloers, want nu is ze me verdorie nog voor; uiteindelijk is het uitgeven van een boek ook mijn grote droom. Maar hey mama, het is je van harte gegund! Great job!

Wat kan ik jullie over de schrijfster vertellen? Ze is gepassioneerd. Dan vooral in mensen en hun verhalen. Het zou niet de eerste keer zijn dat volledig onbekende mensen haar op de bus hun meest persoonlijke verhaal vertellen. Ook op reis slaat ze graag met iedereen een praatje. En weet je, dit vermindert niet met de leeftijd, dan wel integendeel. Ze kan honderduit praten over de verschillende interesses die ze heeft. Van line dance tot wat ze uit de bibliotheek haalt, van de leesgroep tot de les ‘hoe werk ik met een tablet’, en van de receptie van de Open Universiteit (waar ze cultuurwetenschappen volgde) tot wat ze leert tijdens de lessen filosofie op de Open School.

De laatste tijd gaat het vooral over haar boek dat ze geschreven heeft. De Cargo-mix. Dat het een misdaadroman is, en misschien toch geen thriller, ondanks dat het boek begint met een moord. Dat ze nu lid is van de Vereniging van Vlaamse Misdaadauteurs. En dat haar boek nu in de archieven ligt in Brussel. Want dat moet blijkbaar.

img_20181012_153735.jpgMaar goed, over wat gaat het boek? Hoofdpersonages zijn Robert en Gladys. Ze maken de oversteek op een cargoschip naar de Caraïben. En op dat schip gebeurt uiteraard iets. Een link met de moord in het eerste hoofdstuk vind je niet direct, maar wordt op het einde bij de ontknoping wel duidelijk! Dat ons mama deze oversteek ook echt heeft gedaan, lees je in de details; hoe het er aan boord van zo’n schip aan toe gaat, dat kan je zo niet omschrijven als leek! Een vlotte verhaallijn, waardoor je je makkelijk door deze bijna tweehonderd pagina’s leest. Soms sta je stil bij een bijna poëtische zinsbouw, zoals één van mijn favoriete zinnen uit het boek; ik heb trouwens toen gevraagd of ik dat niet mocht gebruiken in één van mijn blogs, maar goed, ’t is een zin van ons mama, dus zal ik haar citeren:

“Ze liet in de Quellinstraat een spoor vragen op de straatstenen achter, waarop die keien ook geen antwoord wisten.”

Zo signeert ze trouwens nog mijn boek:

Aan mijn dochter Sandra,
Met liefde gegeven omdat je me niet zou vergeten.

Daar had je nu geen boek voor moeten schrijven mama!  😊
Veel succes met je volgende boek trouwens!

 

Personal Development

Ik weet al niet meer hoe ik op dit boek kwam. Maar ik blijf er precies maar in lezen. Van voor naar achter en terug. En soms gewoon in ’t midden. Steve Pavlina, de schrijver – hij wil zichzelf geen goeroe noemen- is het voor mij misschien toch een beetje wel. Als je als missie hebt de grootste provider over personal development te worden, en daarmee de ganse wereld wil bereiken, kom je mijn inziens toch in de buurt. Buiten het feit dat het voor mij soms wat té Amerikaans overkomt, kan ik wel iets met de inhoud.

IMG_20181001_144210Ik omschrijf me al langer als een eeuwige student. Dat je persoonlijk moet en kan blijven groeien, geloof ik ook echt. Buiten dat ben ik professioneel actief in HR, veel in rekrutering, maar ik ben ook bezig met loopbaanbegeleiding, en ga nu ook een specialisatie tot burn-outcoach volgen, en dan heb je ook met de persoonlijke ontwikkeling van andere mensen te maken. Niet meer alleen met jezelf.

Volgens Steve gaat het allemaal over drie zaken: Truth – Love – Power. En hoe je deze drie in je leven integreert en met mekaar verbindt. Want Truth en Love samen geven Oneness, Truth en Power Authority, en Love en Power geven Courage. Alles samen geeft Intelligence. Deel één van het boek gaat over de theorie, wat er bedoeld wordt met deze termen, en deel twee geeft oefeningen en tips hoe je dit in de praktijk kan omzetten. Dat is het deel waar ik wel van hou. Blijven nadenken. Doe ik echt wat ik wil doen? Op gebied van Truth? Love? Power? Ik wil uiteindelijk alles uit dit leven halen wat erin zit!

Steve heeft een website, en dat staat vol blogs en podcasts, bijna geen beginnen aan. Ik verwijs dan liever naar een -voor mij- inspirerend stukje uit zijn boek, op pagina 24, daar staat een mooi gedicht ‘The Guy in the Glass’ van Dale Wimbrow. Ik geef jullie de eerste strofe (het woordje pelf in de eerste zin staat dan voor “wealth”):

When you get what you want in your struggle for pelf,
And the world makes you King for a day,
Then go to the mirror and look at yourself,
And see what that guy has to say.

Het is trouwens één van zijn praktische oefeningen, ga eens echt naar de spiegel en kijk naar jezelf. ‘Is the person staring back from the glass your friend?’ Ik wens het je van harte toe! Zoniet, is het nooit te laat om met persoonlijke ontwikkeling te beginnen!

Als ’t kind maar ne naam heeft

Noem het deconnecteren, onthaasten, vertragen of ontstressen…of gewoon vakantie?

Een weekje connectie maken met het bos, en niet met de wifi, ’t is eens wat anders.
En of doet het me goed! Ik heb al heimwee nog voor ik terug naar huis vertrek!
Ik heb echt wel iets van band met de natuur, zelfs al woon ik in het centrum van de stad.

Deze keer hadden we een huisje gezocht, midden in het bos en waar we zelf konden kokkerellen. De hond was mee, dus een hotel is dan al minder evident. En een week buffetten… been there, done that!

Na uren surfen op het net komen we terecht op Kölliger Muhle, in Köllig, Duitsland.
Niet te ver met de auto en toch ver weg van huis. En, dat er een ezel staat, en ook geiten, en dat vlakbij een rivier, maakt dat we onze keuze snel gemaakt hebben.

We zitten midden in het bos, dus we moeten niet ver van ons huisje lopen voor we niets of niemand meer zien of tegenkomen. Een wandelkaart hebben we niet maar ah, we gaan ook maar gewoon een rondje lopen. Een paar uur later lopen we nog door het bos, en hebben we geen idee waar we zijn, en hoe we terug moeten. Net als Hans en Grietje in het bos. Zonder broodkruimels.
De volgende dag doen we, ondanks dat het niet de bedoeling was, net hetzelfde. Alleen word ik er nu echt ongemakkelijk van. We moeten spaarzaam zijn met ons water, want t is bijna op, en we zijn echt verdwaald! We volgen een bordje ‘Eifelverein’ en ook ‘Monreal’, maar dit gaat eigenlijk overal en nergens naartoe. Dorie, ook geen wifi in het bos! Zelfs geen connectie om iemand te bellen! En het bos zegt ook niks. Zo klein dat we zijn als mensje in vergelijk met de krachten van de natuur. Hoe ironisch eigenlijk, dat connectie maken met het bos!

Is dat nu avontuur? Of eerder uit je comfortzone treden? Verdwalen in het bos lijkt zo sprookjesachtig, en toch wat beangstigend. Blijkt trouwens dat de steen met ‘Monreal’ op een teken is van de bedevaartsroute die daar loopt, een stukje camino op weg naar Santiago de Compostella. En Eifelverein is daar overal, dat is geen wandelpad in een rondje. Uiteindelijk moet je altijd terug van waar je komt. De broodkruimels volgen.

De vraag is altijd maar hoeveel tijd je nodig hebt om volledig te deconnecteren. Zelfs zonder wifi. Want na een weekje zit onze onthaasttijd erop. En gaan we terug connecteren. Met wifi. Met het dagelijkse leven en de daarbij horende sleur. En wat gaat dat verrassend gemakkelijk! Op dus naar de volgende bestemming! Of, verder zoeken naar dé oplossing om thuis tijdens werk en alle onvermijdelijke verplichtingen daarbij makkelijker de knop eens te kunnen omdraaien. Blijft een uitdaging.

P1100072
de rivier Elz in Köllig (berekoud :-))

De begrafenis

Een tijdje geleden is mijn tante begraven. Onze familie is nogal trots, dus eigenlijk wisten we maar amper dat ze al 8 maanden zo ziek was dat ze bijna al haar tijd doorbracht in het ziekenhuis. Te trots om iemand van haar broer of zussen onder ogen te willen komen. Laat staan neven en nichten. Alle respect, het was altijd zo’n nette dame, perfect gekleed en haar haren altijd mooi met speldjes opgestoken. Het doet me nadenken. Heel onze kant van de familie zit inderdaad zo in mekaar, wij zijn er goed in dingen voor onszelf te houden. Ik herken het helemaal.

Tijdens een afscheidsdienst word je geconfronteerd met wat oh zo bij het leven hoort en tegelijk zo angstaanjagend is: de dood. Ooit lig je daar zelf. En wat wil je dat ze dan over je zeggen? Hoeveel volk zou er zitten? De ceremoniemeester wijst ons heel sereen onze plaats. Die man kent zijn job.

Het zegt iets op welke rij je zit hoever je er zelf nog vanaf bent. Ik zit op de vierde rij. Maar mijn twee zussen zitten op rij drie! En ik ben nog geeneens de jongste! ‘Komen jullie niet hier zitten?’ Vragen ze stilletjes voor de dienst begint. Ik heb precies liever, onbewust op die moment, dat zij zich verplaatsen naar de vierde rij. Bijgeloof? Mijn tijd is weeral een generatie dichter bij het einde. Op de eerste en de tweede bank zitten mijn ouders, en andere tantes en nonkels. Allemaal zien ze er veel ouder uit dan de vorige keer dat ik ze nog zag. Mijn meest heldere herinnering is dan ook de feestjes bij ons bomma vroeger, de tijd dat ik nog deel uitmaakte van de vorige generatie. Met alle tantes en nonkels, neven en nichten aan één grote tafel! Dan gingen er pakjes rond met koordjes die je met vorken moest losprutsen, tot iemand anders een zes gooide met de dobbelsteen. Met wat geluk zat er een cent in, of anders een knoop, maar het plezier dat juist jij dat pakje open kreeg binnen de tijd vergeet je nooit. Waar is die tijd. Lang geleden. Om het geheel compleet te maken, zegt mijn neef naast me nog tegen me dat de tijd aangebroken is dat we mekaar alleen maar op begrafenissen zien. Moeilijk om toe te geven dat hij gelijk heeft.

Ik ben eigenlijk niet meer zo gelovig. De teksten die de pastoor vooraan uitspreekt plakken niet zo op mij, en maken dat ik mijn emoties bij momenten onder controle heb. Ook tijdens de muziek, een orgel ondersteund door enkele koorleden, kan ik mijn tranen redelijk bedwingen. Maar als ik de schouders van mijn nonkel op een neer zie gaan van het snikken, en ook anderen hun zakdoek zie bovenhalen, schiet de krop in mijn keel. De persoonlijke boodschap van mijn neef, het petekind, pakt iedereen. Nogal onvoorzien pakt hij het woord, hij staat dus ineens vooraan naast de pastoor, en na mekaar een aantal seconden aan te kijken en de pastoor bruusk zijn zin onafgemaakt stopzet, zegt mijn neef: klein intermezzo, en een kleine lach gaat door de kerk. Hij heeft een en ander opgeschreven, wat persoonlijke zaken over onze tante, en daarmee raakt hij iedereen. Mijn neef heeft zoiets altijd goed gekund. Ik zie hem nog staan op een stoel op ons jaarlijks nieuwjaarsfeest, een of ander sketchke nabootsend van Urbanus. Iedereen lag strijk hoe hij deed dat hij zijn tekst zocht tussen allemaal kleine snippers papier die hij uit zijn broekzak in het rond smeet, want op een van die minuscule briefjes stond dan zogezegd op wat hij wilde zeggen. Hilarisch!

Na de kerkdienst duiken we onder de zussen nog een cafeetje binnen voor een koffie. De emotie moet er wat af. Efkes napraten. Vooral roddelen. Een aantal leuke anekdotes komen aan bod. Mijn ene zus moest lachen met het feit dat een van de ceremoniemeesters het ruitje van de lijkwagen aan t poetsen was. Mijn tante is gecremeerd maar goed, dan kan ze toch nog iets zien voor ze bijgezet wordt op haar definitieve rustplaats. Mijn andere zus kan er maar niet over hoe sommigen er zo anders uitzien. Beiden zeggen me wel dat mijn gezicht boekdelen spreekt hoe ik over sommige dingen denk.

Maar, waar de kerk al goed voor is, al is het ook voor de ongelovigen onder ons, we bidden tot God, en ineens schijnt, op deze regenachtige dag, de zon binnen door de glasraampjes van de kerk. Recht op mijn zus haar hoofd. Zij doet beleefd wat de pastoor vertelt, en vraagt vergeving voor het feit dat ze soms zo’n bitch is op het werk. Ze voelt zich, zegt ze nippend aan haar thee, bevrijd. Kan ze weer opnieuw beginnen.

Marteltuigjes (laatste deel van de trilogie)

Ondertussen is niet meer Stijn, maar wel Tim mijn nieuwe kinesist. Dat zo’n wissel altijd wel wat gedoe met zich meebrengt, bewijst het feit dat ze mijn voorschrift kwijt zijn. Ik had dit anders wel aan Stijn gegeven. Maar hij dus niet aan Tim.

Mijn derde controle bij de specialist komt eraan. En ik heb schrik, want ik boek precies maar geen vooruitgang. 9u20 deze keer. En de zaal zit weer afgeladen vol. Slik. We willen wel diezelfde middag op vakantie vertrekken, dus hopelijk gaat het hier wat vooruit. Een uurtje later is het aan mij. En, zoals ik gewoon ben sta ik twee minuten later al terug aan de deur. Ik heb van dit bezoek vooral onthouden hoe de assistent het op de computer intikte:

‘uitleg over volledige extensie die niet reëel is’
‘verder kine doen’

Wel positief nieuws, mijn pink is toch sinds vorige keer van 60 naar 85% gegaan. Dat had ik niet verwacht! Meer kunnen ze voor mij niet doen. Tenzij ik ergens last van krijg, moet ik dus niet meer terugkomen! Gewoon nog wat beurten kine (met het nieuwe voorschrift dat ik meekrijg) zolang ik vooruitgang boek. That’s it!

Ik ben nog nooit met zo’n smile bij de specialist buiten gekomen 😊

Een vriendin

img_20180803_084641-e1533280316984.jpgVriendschap is liefde en rivaliteit. Toch als je het boek van Elena Ferrante leest; ‘de geniale vriendin’.

Niemand weet eigenlijk precies wie Elena Ferrante is; voor ’t zelfde geld is het een man. Maar blijkbaar vinden de Italianen die plezant, boeken lezen van iemand die ze niet kennen. Een gesigneerde versie kan je dus vergeten! Al 25 jaar blijft hij of zij onder de radar. En ondertussen publiceert ze romans, waarvan deze eerste van vier Napolitaanse Romans over Lila en Elena in verschillende fases in hun leven. Zou het autobiografisch zijn?

‘De geniale vriendin’ speelt zich af tijdens de kindertijd van de twee meisjes. Met het eerste gepuber, andere vriendinnen en die eerste kus met een jongen. En hoe Lila en Elena tot mekaar aangetrokken en dan weer afgestoten worden. Jaloezie om wat de één meer en beter heeft dan de andere en andersom. Dit in een tijd waar het niet zo evident is voor kinderen om te studeren, zeker niet voor meisjes.

Het boek is overladen met details; dit zal ongetwijfeld de sterkte van de schrijver zijn om bij elk voorval nog andere voorbeelden te geven en dit heel gedetailleerd mee te geven. Voor mij persoonlijk vertraagt het soms de verhaallijn wel wat. Ik heb er langer over gedaan om het boek te lezen dan dat ik van mezelf gewoon ben.

Ik ben wel benieuwd naar het vervolg, dus zal zeker ooit deel twee van de Napolitaanse romans zijnde ‘de nieuwe achternaam’ lezen, maar eerst tijd voor iets anders!