Porto en hooligans

P1010968Mijn frank had eigenlijk al moeten vallen op het vliegtuig. We moesten wachten op de vlucht vanuit Manchester, aangezien zij het grootste deel van onze passagiers waren richting Porto. Toen zag ik het nog niet aan hun uiterlijk. Allemaal jonge (en minder jonge) mannen stapten op. Toen nog met niet zo heel veel lawaai. Ik denk echt dat ik de enige vrouw aan boord was.

De brochures beloven ons een betoverende vallei, een als Werelderfgoed erkend cultuurlandschap, makkelijk te ontdekken met de auto. De Douro-vallei bezoek je best vanuit verschillende Quintas midden in de natuur, wel telkens ver weg van alles. Spijtig ook wel kouder dan verwacht, en nat. De locals benoemen het klimaat hier als ‘9 maanden winter, en dan 3 maanden hel’. Dat had ik nergens in een boekske gelezen. Maar goed, dat kan onze vakantiepret niet bederven, we zoeken een restaurantje in de buurt, drinken lokale wijn en pizza met champignons uit blik. Gelukkig is de wijn lekker, én goedkoop. Het kan erger.

Geen weer om in de tuin te hangen, dus dan maar op stap. We rijden naar Pinhel, richting de grens met Spanje, en bezoeken het kasteel van Rodrigo. Allemaal kleine dorpjes, veel fruitbomen, valleien met druiven voor alle Porto die ze hier maken, en veel bochtenwerk met onze Clio! Hoe dichter bij de grens, hoe meer het landschap verandert van druiven naar olijven, fruitbomen worden naaldbomen. De dag vliegt voorbij. Het is hier prachtig, en achter elke bocht kan de zon je ineens verbazen. Het weer is hier even wisselvallig als afwisselend.

We kunnen natuurlijk Porto niet overslaan tijdens onze trip. En met een voorspelling van 100% regen, kunnen we maar beter een portohuis bezoeken. Calem. Nog nooit van gehoord, maar lekker! Terwijl wij lunchen (echt hele lekkere vis, Porto is echt culinair!), raast storm Michael over Porto. Mensen wordt gevraagd om binnen te blijven. Tegen de namiddag is het ergste voorbij, en trekken we de stad in. En weer of geen weer, hier zie ik het, de eerste blote Engelse lijven. Wist ik veel dat het UEFA Nations League was. Engeland, Zwitserland en Nederland, allemaal goed vertegenwoordigd hier. Geeft het charmante stadje Porto toch een andere dimensie, zo met al de plastieken bekers, geroep en vals zingen, en goed bewapende politie die op het punt staat om in te grijpen.

Als we de oude hoofdstad van Portugal bezoeken, komen we ze helaas weer tegen. Wist ik veel dat Engeland en Zwitserland net vandaag voor de 3e plaats spelen in Guimaraes. Winkels zijn toe, overal kraampjes met, jawel, plastieken bekers. Het contrast kon niet groter zijn toen een net getrouwd koppel de kerk uitkwam, en op het plein begroet werd door zatte Engelsen in jawel, bloot bovenlijf.

Op zoek naar een ander pareltje. Van Peneda naar het nationaal park Geres. En dan naar Ponte de Lima, een oude brug uit het tijdperk van de Romeinen. Je komt hier trouwens voorbij als je de route Santiago de Compostela loopt. Een markt, een gezellige drukte, een harmonie die speelt. Geen voetbal vandaag, maar een feestdag. Lucky us!

En ja, Portugal is gewonnen.

Als ’t kind maar ne naam heeft

Noem het deconnecteren, onthaasten, vertragen of ontstressen…of gewoon vakantie?

Een weekje connectie maken met het bos, en niet met de wifi, ’t is eens wat anders.
En of doet het me goed! Ik heb al heimwee nog voor ik terug naar huis vertrek!
Ik heb echt wel iets van band met de natuur, zelfs al woon ik in het centrum van de stad.

Deze keer hadden we een huisje gezocht, midden in het bos en waar we zelf konden kokkerellen. De hond was mee, dus een hotel is dan al minder evident. En een week buffetten… been there, done that!

Na uren surfen op het net komen we terecht op Kölliger Muhle, in Köllig, Duitsland.
Niet te ver met de auto en toch ver weg van huis. En, dat er een ezel staat, en ook geiten, en dat vlakbij een rivier, maakt dat we onze keuze snel gemaakt hebben.

We zitten midden in het bos, dus we moeten niet ver van ons huisje lopen voor we niets of niemand meer zien of tegenkomen. Een wandelkaart hebben we niet maar ah, we gaan ook maar gewoon een rondje lopen. Een paar uur later lopen we nog door het bos, en hebben we geen idee waar we zijn, en hoe we terug moeten. Net als Hans en Grietje in het bos. Zonder broodkruimels.
De volgende dag doen we, ondanks dat het niet de bedoeling was, net hetzelfde. Alleen word ik er nu echt ongemakkelijk van. We moeten spaarzaam zijn met ons water, want t is bijna op, en we zijn echt verdwaald! We volgen een bordje ‘Eifelverein’ en ook ‘Monreal’, maar dit gaat eigenlijk overal en nergens naartoe. Dorie, ook geen wifi in het bos! Zelfs geen connectie om iemand te bellen! En het bos zegt ook niks. Zo klein dat we zijn als mensje in vergelijk met de krachten van de natuur. Hoe ironisch eigenlijk, dat connectie maken met het bos!

Is dat nu avontuur? Of eerder uit je comfortzone treden? Verdwalen in het bos lijkt zo sprookjesachtig, en toch wat beangstigend. Blijkt trouwens dat de steen met ‘Monreal’ op een teken is van de bedevaartsroute die daar loopt, een stukje camino op weg naar Santiago de Compostella. En Eifelverein is daar overal, dat is geen wandelpad in een rondje. Uiteindelijk moet je altijd terug van waar je komt. De broodkruimels volgen.

De vraag is altijd maar hoeveel tijd je nodig hebt om volledig te deconnecteren. Zelfs zonder wifi. Want na een weekje zit onze onthaasttijd erop. En gaan we terug connecteren. Met wifi. Met het dagelijkse leven en de daarbij horende sleur. En wat gaat dat verrassend gemakkelijk! Op dus naar de volgende bestemming! Of, verder zoeken naar dé oplossing om thuis tijdens werk en alle onvermijdelijke verplichtingen daarbij makkelijker de knop eens te kunnen omdraaien. Blijft een uitdaging.

P1100072
de rivier Elz in Köllig (berekoud :-))

Parels uit Mallorca

We hebben rust nodig. Want we zijn moe. En doen we dus wat veel Belgen doen, een reis boeken. Geen culturele rondreis deze keer, niet te ver vliegen, en comfort is belangrijk! Dus, een all-in, naar een niet al te verre bestemming. Het wordt Mallorca. Vlucht + hotel + transfer inbegrepen, en eigenlijk al je eten en drinken tussen 7u30 en 24u ook. Das makkelijk.
We vertrekken vanuit Deurne, wat een luxe! Dicht bij huis, kleinschalig, niet teveel volk, en één vliegtuig met de keer. Ontspannend. Minder ontspannend zijn de kinderen die ofwel joelend van enthousiasme ofwel krijsend van vermoeidheid de rust op en rond het vliegtuig saboteren… maar goed, ’t is niet ver. De staking van de Franse verkeersleiders maakt het net iets langer dan normaal, maar 40 minuten langer wachten om in een **** resort terecht te komen… ach, je hoort ons niet klagen (alé, een beetje dan).

Ik kan niet tellen hoeveel bussen er staan bij de aankomst op de luchthaven in Playa de Mallorca. Als kuddedieren worden we opgewacht en op de bus geladen tot die vol zit, met valiezen en met reizigers, en jawel, met de nog steeds krijsende of gillende kinderen (nee, dat mag niet, zo stampen tegen de stoel hiervoor, dat is niet aangenaam voor die mevrouw. Alsof het dat kind wat kan schelen.)

De kamer is groot! Ons terras met uitzicht op strand en zee ook! Op de bovenste verdieping. Kamer 812. Wow! Room with a view. Buffetten ’s morgens, ’s middags en ‘s avonds dik in orde! Veel keuze, lekker eten, beetje minder lekkere wijn (maar op dit gebied zijn we veel gewoon) en tussendoor snacks à volonté. Gezellige bar aan de voorkant van het hotel, met super coupekes cava!

We willen die plastieken bekertjes van het zwembad niet, dus we schaffen ons een herbruikbaar bekertje aan. Ik raap ook geregeld de weggevlogen plastieken bekertjes op en gooi ze in de vuilbak (oorspronkelijke eigenaars: voel je aangesproken!). We zijn niet zo’n zonnekloppers, dus lachen alleen eens met de mensen die ’s morgens al hun handdoeken op de strandstoel gaan leggen en hem heel de dag bezet houden, ook al zitten ze de helft van de tijd met de beentjes ergens onder tafel (o ja, de handdoek wordt zelfs met speciale handdoekspelden vastgezet, zodat hij niet kan gaan waaien 😊, ik wist zelfs niet dat zoiets bestond). En wij eten ons bordje (meestal) helemaal leeg, en gaan bord per bord halen als we nog iets willen, niet zoals sommige niet te noemen nationaliteiten hun ganse tafel al overladen met borden met vanalles en nog wat (ze zouden het buffet eens niet moeten bijvullen) en meer dan de helft dan laten weggooien.

En dan de dagdagelijkse activiteiten van een all-in hotel… Van ’s morgens al leuren de animatoren met hun mattekes voor de yogaclass of stretching, of ze proberen je te overtuigen met een soort plastieken worst voor de aquagym, een crazy game (dan komen ze af met een bal, we hebben nooit ontdekt wat dit spel nu eigenlijk inhoudt) en dan de zumba in bikini… ’s avonds is het dan, na de kinderdisco, bingo avond, of fashionshow (met hotelgasten wel te verstaan), dan disco, de volgende dag een optreden van een coverbandje (ok, dat valt nog mee) en dan het ergste wat ze kunnen doen, een karaoke. Wat een kabaal. Dan liever een te betalen cocktail in het dorpke.

Een rustvakantie, dus eigenlijk hebben we buiten Cales de Mallorca niet zoveel van Mallorca gezien. En eerlijk, na een week hebben we deze formule eigenlijk wel gehad. Volgende keer wordt dus terug iets alternatiever of avontuurlijker!

 

De Kasseien van Londen

‘Maar nee, we gaan wel, je kan een citytrip toch ook rustig aan doen?’ Mijn vriend maakt zich wat zorgen, want eigenlijk voel ik me niet zo goed, dus hij suggereert efkes om thuis te blijven. Ik ben inderdaad nog aan ‘t bekomen van een zware griep, met nog steeds een zware hoest en de daarbij horende gekneusde ribben tot gevolg. En door al die drukke dagen gaat de recuperatie zo traag, dat ik eigenlijk beter een weekend in mijn bed zou kruipen dan door de straten van Londen ga dwalen. Vandaar, we zullen er een rustige citytrip van maken.
Het is uiteindelijk ook niet de eerste keer dat ik in Londen ben, dus ik heb geen al te lang verlanglijstje. Een show staat op het programma, Motown, en uiteraard schoenen kopen bij Russell & Bromley, maar voor de rest… pintje pakken en de sfeer in deze fantastische stad opsnuiven! Eventueel een museum, maar dat is zelfs geen must.
Denkend dat Motown een muziekstijl is en dat we gewoon goeie muziek gaan horen, gaan we naar Shaftesbury Theatre. We lachen nog met het feit dat blijkbaar iemand eens buiten gegooid is uit de zaal, te hard aan ‘t meezingen! Toch wel onder de indruk als we buitenkomen, nu wetend dat Motown een platenlabel is, de eerste in zijn soort die erin slaagt ‘zwarte muziek’ bekend te maken bij een blank publiek. Niet zonder slag of stoot natuurlijk. Racisme loert altijd wel ergens om de hoek. Dankzij Motown kennen we wel The Jackson 5, Diana Ross, The Temptations, Marvin Gaye, Stevie Wonder,… het lijstje gaat nog verder!

bg-img
officiële foto van de flyer

Paasweekend in Londen. En als je al met kerst in Londen geweest bent, weet je het, de Londenaars nemen de feestdagen serieus! Op Christmas & Boxing Day zie je zelfs geen één rode bus rijden. Metropoorten zijn gesloten. En de enige taxi’s die rijden, zijn gereserveerd. Musea gesloten en veel horeca trouwens ook. Londen wordt stil. Met Easter Weekend gelukkig niet. De Londenaars komen buiten! De horeca en de meeste musea zitten stampvol! Wij slenteren onbewust Neal’s Yard in, een groen steegje in het centrum van Londen. Gekleurde huisjes, planten, bankjes, en veel fotografieliefhebbers. Een uniek plaatsje. En een unieke wijnbar, klein maar oh zo gezellig, en een leuke afwisseling met de pubs die we meestal in Londen bezoeken.

En het mag eens iets anders dan pub food zijn, dus we gaan eten in Jamie Oliver’s Italian. Super bediening, lekker eten en drinken, echt op ons gemak, kortom, een geslaagde avond! En dan totaal onverwacht. Kasseien. Twee trapjes naar beneden. Beetje nat. Mijn knie raakt het eerst de grond. Dan is het aan mijn hand, ik hoor en voel letterlijk de vingers van mijn linkerhand breken. Ik eindig op mijn schouder, dat zal ik maar later merken. Een man uit de lobby van een hotel vlak in de buurt komt met een zak ijs, hij heeft het zien gebeuren. Ziekenhuizen in het buitenland (ja, zelfs Engeland) zijn nooit een goed idee. Maar in dit geval gaat het niet anders. Nadat bijna al het ijs gesmolten is op de vloer in de wachtzaal van de spoed (nee, ze hebben geen plastiek zakje ofzo, nee, ze kunnen echt niet helpen), komt de dokter me halen. Om een blad in te vullen. Met mijn linkerhand. De dokter zal me nog een paar keer over en weer doen van de wachtzaal naar zijn ruimte voor ik met getapete vingers de kliniek verlaat.
Al bij al dus geen rustige citytrip, nog meer geradbraakt dan dat ik vorige week al was, klaar voor de nieuwe werkweek! Maar Londen, don’t worry, we’ll be back!

Ontmoeting met de Sami cultuur in Lannavaara

Ik was ontroerd. Door het landschap. De stilte. De ondergesneeuwde natuur, die geduldig wacht tot de eerste zonnestralen de ontdooiing inzetten. Maar bovenal was ik ontroerd door de kennismaking met de Sami cultuur.
We hadden die dag een druk programma, ’s morgens met een rollator naar de andere kant van het dorp, en ’s middags waar ik het meest naar uitkeek: met de husky’s gaan sleeën!
Het vervoermiddel bij uitstek is daar inderdaad de rollator, al begrijp ik na 5 kilometer nog steeds niet waarom ik dat ding terug uit de kast zou halen in plaats van te voet te gaan. Verschrikkelijk vond ik het! Je bedient het zoals een step, maar vermoeiend dat dat is! Te weten dat de meeste mensen hier bejaard zijn, en dat als vervoermiddel hebben; die mensen hebben nogal een conditie! Chapeau!


Maar dus, toen we eenmaal aan de andere kant van het dorp geraakt waren, wachtte een super mega sympathieke dame ons op, om wat meer te vertellen over de Sami cultuur. Die dame heeft nog geen beetje indruk op me gemaakt. Die staat echt voor haar cultuur, en is trots dit te mogen delen met ons. Er staan een paar van haar rendieren voorzichtig vanachter de takken naar ons, maar vooral naar die mand vol mos, te kijken. Het is een zware winter voor de beestjes. En dat na een natte lente, dat maakt het voor de rendieren nog moeilijker om het mos vanonder het dikke pak sneeuw te graven. Terwijl de vrouw verder vertelt, schaam ik me meer en meer voor onze individualistische en materialistische manier van leven. Ik voelde me daar op een bepaalde manier zó thuis dat ik er wilde blijven, en het afscheid kneep dan ook mijn keel dicht. Nog een tasje koffie (met een blokje kaas in) om op te warmen, en dan terug die rollator op naar de chalet. Daar heb ik al mijn energie voor nodig, dus moet ik efkes niet praten of uitleggen wat me bezielt.


Eenmaal thuis lees ik nog over de Sami cultuur. Hoe ze tot voor kort nog als nomaden leefden, en hun kuddes rendieren overal mee volgden. Hoe ze een plek en een stem veroveren in de parlementen van de desbetreffende landen. Hoe ze enkel van de aarde nemen wat ze nodig hebben, en als ze al een dier slachten, hier ook echt alles van gebruiken. Tot gereedschap maken van de botten. Ik onthoud vooral hoe gastvrij en vriendelijk ze zijn, voor ons, als onwetende toerist, om toch hun hart open te zetten en ons verwelkomen en knuffelen alsof we mekaar al jaar en dag kennen. Giitu!
’s Middags vind ik de hobby waar ik naar op zoek ben! Zes husky’s huilen, blaffen en trekken aan de lijnen. Ze eisen alle aandacht op, want ze willen vertrekken! En daar gaan we! Door de bossen, over de bevroren rivier (yep, efkes bergaf, spannend met die slee, want je wil niet met die slee tegen pootjes glijden), over sneeuw en ijs… het wordt ondertussen donker, dus we krijgen een lamp op ons hoofd, niet dat ik daarmee zelf meer zie… ik denk maar dat ik vooral meer zichtbaar moet zijn voor de anderen. De honden weten wel naar waar ze moeten lopen, daar ga ik maar vanuit. Af en toe is het precies bobsleeën, zo snel dat we gaan door de bochten! Bevroren en ijskoud, en tot op vandaag nog altijd één gevoelloze vingertop, maar het was het zo waard!

Dus, ik heb heimwee. Heel hard! Wanneer gaan we terug?