Het is van mijn kindertijd geleden dat ik hier kwam. Ik herinner me nog het huis waar we overnachtten, en waar hond Yatri woonde. 35 jaar geleden ondertussen. Slik.
Deze keer gaat mijn eigen hond mee, Reynaert, en huren we een vakantiehuisje in Den Hoorn.
Texel is het grootste Waddeneiland, en is met 4 uur rijden niet ver van huis. Op het programma: wandelen, uitwaaien, rusten, schelpjes rapen en Ecomare bezoeken. Check, check en check!
We hebben goed weer, en de zon laat zich regelmatig zien. Het eiland is ook niet groot, 20 km lengte, en maar 8 km breed, dus je bent zo aan elke kant van het eiland. En zo doen we het ook, we doen alle uithoeken. De kilometerslange stranden (goed voor 30 km!) trekken mijn aandacht, en Reynaert weet niet waar eerst lopen. Met zijn bijna 14 jaar huppelt hij nog vrolijk mee. Gelukkig maar.
Het is heel rustig deze periode op Texel, wij lopen bijna overal helemaal alleen. Zalig. Van het Sommeltjespad (een kinderwandeling 😊) naar het bos, en naar het mooie natuurreservaat in de Duinen. Wat een afwisselend landschap. Veel vogels zien we eigenlijk niet, en ook de grote grazers staan niet waar ze volgens de brochures moeten staan, maar buiten dat, heerlijk om hier te vertoeven! En het voordeel, dan kan Reynaert veel loslopen.
Ook de vuurtoren kan niet ontbreken, nog een detail dat ik me herinner van jaren geleden. En ja hoor, hij staat er nog steeds, met langs drie kanten zicht op zee.
In Ecomare vangen ze zeehonden op die na herstel terug worden vrijgelaten. Daan, het zeehondje dat ik adopteer, kan helaas niet meer voor zichzelf zorgen, dus blijft in de opvang. (ecomare.nl) Een leuke plek, en de drie zeehondjes die bijna terug naar zee mogen, maken ons bezoek af.
In het tijdschrift Happinez had ik gelezen over Texelsvilt, dat we onderweg ook bezoeken. Een atelier waar je workshops kan volgen, en de dame des huizes legt uit wat ze probeert te doen met de bruine wol van de schapen; mensen willen immers allemaal witte wol in de donzen en kopkussens… De wol van de Texelse schapen is trouwens redelijk stug, dus neen, echte wollen dekens van de schapen hier vind je niet, dat komt vooral uit Scandinavië. Maar wel vanalles anders, en dat op een diervriendelijke en duurzame manier. (Texelsvilt.nl)
Nog een paar korte tips:
Een ticket voor de overzet kan je op voorhand kopen, en is altijd retour (teso.nl)
Denk ook aan een parkeerticket, want op veel plaatsen is het betalend parkeren, ook dit ticket kan je op voorhand online kopen (texelvignet.nl)
Wij aten in het Kook Atelier, normaal in Oost, maar nu door verbouwingen tot zomer 2023 een pop-up wintereditie in Den Burg, aanrader! (opoost.nl)
Wij gaan nog eens terug, want waddenlopen staat ook op ons lijstje en dat hebben we nu niet gedaan. Er is trouwens een film gemaakt over de Wadden, over dit prachtig natuurfenomeen dat het echt wel is, te vinden via silenceofthetides.com.
We verdwalen even in de archeologische site, ik ben graag op zo’n plaatsen. Een vrouw in paniek dat ze de bus gaat missen wil over de omheining klimmen, nee, mevrouw, we gaan je niet helpen, volg gewoon de exit pijlen, dat lijkt ons toch het makkelijkst.
Binnen bereik is ook Nafplio, blijkbaar de mooiste stad van Griekenland. Het heeft steegjes en vele juwelierswinkeltjes, en staat culinair ook bekend voor zijn goede restaurants. Terrassen genoeg inderdaad, het is moeilijk kiezen waar we eten, maar kiezen uiteindelijk toch maar iets uit het grote aanbod uit. Dit is niet mis.
We verblijven in Mouria Pension, wat een prachtige locatie. Het tafeltje vlak naast de zee, het geruis van de golven, en lekker Grieks eten, romantischer wordt het niet. De nest kleine katjes onder mijn stoel kunnen maar goed zijn met de scampistaartjes.
De volgende stop is Methoni, een havenstadje in Messenië, een van de drie punten ten Zuiden van het schiereiland. Witte huisjes met een rood dak, en een goed behouden Venetiaans kasteel. Zandstranden, dus dat wordt pootje baden, en ik verzamel 24 kleine steentjes om mijn eigen Runen alfabet te maken. We kuieren wat door de straatjes; er is een winkelstraat met een paar toeristenwinkeltjes, niet echt de moeite waard vind ik zelf, en we eten in taverna Nikos, dat is een aanrader!
Op dit schiereiland kan je niet rond Olympia, de oorsprong van de Olympische Spelen, en Unesco Werelderfgoed. Een mooie archeologische site om rond te kuieren, en je verbeelding alle ruimte te geven. In het bijhorende archeologische museum zie je hoe immens deze stad moest geweest zijn.
De vallei van Delphi
We rijden Peloponnesos uit om Delphi te zien, ook wel navel van de aarde genoemd. Weer Unesco Werelderfgoed. We kunnen daar onze vragen stellen aan het orakel, misschien vinden we dan wel de antwoorden ook.
De rit ernaartoe vanuit Olympia is niet echt de moeite, een saaie baan, zonder veel mooie uitzichten, en helaas veel dode dieren op en naast de baan, voornamelijk honden en katten, maar ik herken ook enkele vossen en marteldieren. Zo jammer. We checken in bij Anemolia Resort, daar heb je zicht op de vallei, prachtig wel, enkel, samen met blijkbaar een hele bende voor een conferentie. De enige avond van onze reis dat we buffetstijl eten. Maar de volgende dag, tijdens een mooie warme zomerdag, bezoeken we Delphi, en dat is zo de moeite waard! Ik heb de trappen niet geteld, maar het zijn er toch wel heel wat als je ook het stadium wil meepikken, bovenaan op de berg. Het is een verzameling van prachtige, deels gerestaureerde ruïnes. En de kracht van het orakel op die plaats, ja, dat zal zich in de toekomst wel manifesteren. Ik heb er alleszins vertrouwen in.
En dan is het tijd voor Athene, al kiezen we een hotel aan het strand, op 50 km van Acropolis en het Parthenon. Daarnaast hebben we nog nood aan wat rust, aan het geluid van de golven, dus we kiezen dit als goede uitvalsbasis om de stad te bezoeken, en nadien af te koelen in de rustige zee. Zoals gezegd, oktober is een goede maand om Griekenland te bezoeken.
De rit van Delphi naar hotel Cokkinis laat niet veel aan de verbeelding over, hier wordt katoen geteeld. De baan ligt er dan ook vol van, overal witte pluche. Via de tolbaan zijn we na twee uurtjes zo ter plaatse, en, wat een plaatje hier!
Het contrast kan niet groter zijn, van de rustige kust naar de hectische binnenstad van Athene. We vinden anders makkelijk plaats voor onze rental, maar in het Archeologisch Museum in Athene is het koppenlopen. Athene is een combinatie van toeristenwinkels en ruïnes, achter elke hoek vind je wel andere pilaren, al dan niet deels gerestaureerd. En dat tussen verschillende terrassen met eetgelegenheden, of rooftop coffeebars, met uitzicht op, uiteraard, het Parthenon.
Drie weken Griekenland, het is mooi geweest. Cultuur, gastronomie, zon, landschildpadden en een verjaardagsfeestje, wat heeft een mens meer nodig om te ontspannen. 🙂
Nadat vorig jaar zo’n succes was (Schrijfretraite in San Severino), ga ik opnieuw mee op schrijfretraite met Bettina Drion. Deze keer naar Limnisa (https://www.limnisa.com/), in Griekenland, Methana. Buiten de schrijfgenootjes die ik vorig jaar al leerde kennen in Italië, gaat deze keer Jolanda ook mee. Yvonne gaat last minute niet meer mee, dat vind ik enorm spijtig. Maar goed, een gezellig groepje, ik weer als enige Vlaming tussen allemaal Hollanders. Het woordje ‘amai’ en ‘sebiet’ voegen ze na deze week toe aan hun woordenboek.
Het wordt een bewogen week, want er staat wel een en ander te gebeuren. Ik ben moe en wat overwerkt, en word de eerste nacht ziek. ik voel dat ik het best rustig aan doe, en vind wel wat rust in de verschillende gezellige schrijfhoekjes die deze woning en tuin heeft. In tegenstelling tot vorig jaar zitten we niet in studio’s, maar delen we een huis met vijf kamers en twee badkamers. Dat is voor mij wel even wennen; toiletten delen blijkt niet altijd zo evident. En, je hoort alles in dit huis, als er ’s nachts iemand uit moet, hoor ik het gekraak van de trap. Aan de locatie zal het anders niet liggen, we zitten hier in the middle of nowhere, met een prachtig uitzicht op de Ionische Zee. Zoals gezegd, overal gezellige hoekjes en plaatsjes om inspiratie te laten vloeien en tot mooie teksten en gedichten te komen. Het is volpension, dus ’s morgens, ’s middags en ’s avonds staat er vers Grieks eten op de menu, allemaal vegetarisch. Lekker. De zee is nog zalig van temperatuur, kortom, oktober is een goede maand om naar Griekenland af te zakken.
De dagen beginnen met yoga of Qigong, dan ontbijt, eventueel een plons in de zee tussendoor, en dan wat schrijven en schrijfopdrachten, soms aan de hand van wat theorie. We lezen om beurten voor uit eigen werk, soms is dit emotioneel, soms hilarisch. Het gaat alle kanten uit. Dat is en blijft toch wel speciaal om met een groep vrouwen samen te zijn, ook al ken je elkaar niet. Je gaat zo vertrouwelijk met elkaar om, dat het lijkt of je kent elkaar al jaar en dag. En dit heeft zijn effect. Als ik op dag vier nieuws krijg van het thuisfront waardoor ik de grond onder mijn voeten voel wegzakken, zijn mijn schrijfgenootjes er om me fysiek en mentaal op te vangen. Dit kon ik niet alleen dragen.
Ik weet niet meer precies hoe ik de dagen doorkom, maar ik ben blij als het zondag is en Kristof afzakt naar Griekenland om nog twee weken rond te toeren op Peloponnesos en samen te genieten van de Griekse cultuur en gastronomie. Maar dat ik een verhaal heb dat de moeite waard is om binnenkort de wereld in te gooien, is een feit. En het storyboard voor een eerste roman ligt ook klaar.
Verhalen hangen in de lucht, zegt Bettina, ze wachten gewoon tot iemand ze vangt. Ik heb in deze week een verhaal gevangen van formaat. Bijna onmogelijk om te verzinnen. Het verhaal heeft mij gevonden. Nu is het aan mij om hier iets mee te doen. Maar voor nu, bedankt aan mijn schrijfgenootjes om er zo actief voor mij te zijn deze week. Ik had dit niet zonder jullie gekund.
Ik trok al eens eerder een aantal weken door het Noorden van Thailand, en deze keer was het Zuiden aan de beurt. Door Corona iets minder flexibel, want we moeten immers een vast verblijf kunnen doorgeven, dus een echte rondreis zit er deze keer niet in. Het Zuiden is ook beter gekend voor strandvakanties, en minder voor cultuur. Het regenseizoen is ondertussen ook begonnen, dus eens kijken wat dat geeft.
En het wordt een vakantie met gemengde gevoelens. Ik vertrek al met wat stress, want met al die documenten voor Corona… bij de eerste poging voor mijn Thai Pass krijg ik dan ook ‘denied’, en ik voel dat mijn grens lichtjes overschreden wordt. Stressen om te gaan chillen. Maar eind goed al goed, we landen na een lange vlucht in Phuket. Tropisch warm.
Pa Tong
Thailand is goedkoop. Thailand is wat mij betreft ook een toegangspoort om Azië te leren kennen. (We reisden nadien ook nog naar Cambodja: wat een koninkrijk! en Maleisië met al zijn rijkdommen) Gastvrij en vriendelijk, niet voor niets ‘Het Land Van De Eeuwige Glimlach’. Dat het niet duur is, dat klopt, vanaf je de straat opgaat en daar ergens aan een stalletje eet, kost het echt geen geld voor lekker eten. Dat in contrast met de meestal chique hotels van het Zuiden, die al wel weten wat ze moeten vragen voor een biertje of een cocktail aan de bar van het zwembad. En dat beeld overheerst hier voor mij, alles is hier in functie van toeristen. ik mis een beetje de authenticiteit van Thailand. En dat wordt enorm versterkt door de eerste avond die we doorbrengen in Pa Tong, de stad het dichtstbij ons hotel. Vanaf zes uur ’s avonds wordt een gedeelte van de stad autovrij gemaakt (Bangla Road), en dan mag, tja, eigenlijk bijna alles. Schaars geklede meisjes komen je bijna letterlijk van straat plukken voor de in hun bar geldende Happy Hour. Bars tegen en over elkaar, allemaal met life optredens, shows, noem het op. Op straat het nodige schoon om je affiches van go-go bars of de volgende pingpongshow in je gezicht te duwen. Het sekstoerisme brengt duidelijk op voor de economie. ‘You want to shoot, with real bullets?’ Hij loopt nog achter ons met zijn affiche met foto’s van geweren en revolvers. Alsof we het niet begrijpen, zegt hij er nog bij: ‘Pang Pang!’. Als feministe heb ik het moeilijk hier, dat ze dit in stand willen houden, Het Land Van De Eeuwige Glimlach krijgt zo toch een andere betekenis. Ik kan me niet voorstellen dat al die vrouwen dat hier vrijwillig doen. Oh ja, voor ladyboys heb je een ander deel van de stad.
Phuket
Op zondag is het, jawel Sunday Walking Street Market in Phuket. En dat is gezellig. Veel kraampjes, uiteraard toeristisch, maar met lekkere fruit juices, lekker eten en souvenirs. Het is superwarm, ook al lijkt het bewolkt, dus een Chang biertje doet wonderen. Toch efkes. Hier zie ik de eerste Wat van deze reis in het oude gedeelte van Phuket. Mooie huisjes en winkels met Portugese invloeden, dus de instagrammers onder ons kunnen hier hun hartje luchten. Er heerst hier een gezellige drukte, zonder opdringerigheid, en een mix van toeristen en locals. Zo heb ik het graag. We hebben een fijne taxichauffeur, John, die ons nog naar de avondmarkt in Phuket brengt, Naka Market (of Phuket Weekend Night Market) waar we superlekker (en goedkoop) eten. Ook hier zie je locals boodschappen doen en komen eten, dit is echt een place to be.
We reizen terug wat meer Noordelijker naar Khao Lak. Hier is het Turtle Conservation Centre Khao Lak, daar kan ik een ganse dag blijven hangen, ondanks de regenbuien die we hier op onze kop krijgen. Verschillende tanken vol groene zeeschildpadjes, in alle formaten. Ondersteund door de Thaïse overheid, en op een militair domein, dus 24/7 bewaakt. We ontmoeten een trotse werknemer, die enthousiast vertelt hoe hij, samen met een kameraad, als enigen op het strand van de Similan Islands verblijven en de eieren van de schildpadden bewaken, tot de kleintjes uitkomen. Die nemen ze dan mee naar het Conservation om ze een hogere levenskans te geven. Na 8 maanden worden ze terug vrijgelaten in de zee. Ook schildpadden die vastzaten in een visnet, of plastiek gegeten hebben, kunnen hier recupereren voor ze terug naar zee gebracht worden. Wat een mooi initiatief. Ik vind dit geweldig. Want, als je de mooie stranden ziet, kan je ook niet naast het vele plastiek zien dat hier aanspoelt, ook dat is een trieste weerzijde van wat toerisme doet.
Tempeltjes!
En, ook al heeft het Noorden er veel meer van, ik wil toch nog wat tempels zien. Van onze gids Chelsea leren we veel over het Boeddhisme. Ik weet nu dat 17 mijn geluksgetal is, en hoe ik aan ‘good karma’ werk. Met drie stokjes wierook doe ik een wens in een lokale tempel. We bezoeken nog een meer recente tempel, volledig uit teak gemaakt, en vlak aan de zee, prachtige locatie ook.
Chelsea neemt ons nog mee naar het prachtige Viset Samet Nangshe Viewpoint, uitkijkend over Phang Nga Bay. Prachtige mangrovebossen, zee en eilanden, en gelukkig heeft Thailand de intentie dit ongeschonden te laten; het kan ook beschermen tegen toekomstige tsunami’s. Zo krijgen we toch een glimp van het James Bond Island te zien!
Songkran
En zoals gedacht, vind ik het Noorden van Thailand authentieker dan het Zuiden. Bangkok is een stad die je eigenlijk niet mag missen bij een bezoek aan dit land, het Venetië van het Oosten met de Chao Phraya, de Rivier van Koningen, de chaos en tuk-tuks om en rond de vele prachtige tempels. Een paar dagen in deze drukte is genoeg. En dan verder naar het Noorden, Chang Mai, nog altijd een grote stad, maar voor mij charmant en gezellig, met veel bezienswaardigheden die een deel prijsgeven van het verleden. Jaren geleden was ik er in april, en werd volledig verrast door het Thaise Nieuwjaar dat dan plaatsvindt, Songkran genaamd, dat ze voor ons op een nogal aparte manier vieren. Drie dagen lang wordt er dan met water gegooid. Pick-up trucks worden voorzien van grote ijsblokken om het water ijskoud te krijgen; en er ontstaan echte watergevechten op straat. In de bergdorpen wordt het nog gekker, daar doen ze kleurstof in het water, dus de toen door ons gehuurde auto had alle kleuren van de regenboog. Een evenement op zich.
Samengevat, Thailand heeft absoluut veel te bieden, zeker tijdens de voor onze koude wintermaanden, als het daar lekker warm en droog is. Prachtige stranden, natuur, tempels, monniken,… om nog niet te spreken van het lekkere eten, zoals die curries met kokosmelk, mjammie. Tegelijkertijd ben ik me ook heel bewust van mijn ecologische voetafdruk als toerist. Of hoe we sommige zaken in stand houden, of zelfs zo creëren dat het er op verschillende plaatsen in de wereld gewoon hetzelfde begint uit te zien. Westers, met aangepaste gewoonten. Maar dat staat los van Thailand, dus daar moet ik misschien eens een andere blog aan weiden!
In Vardo is het al donker als we aanmeren, dus we kunnen enkel de Vardohus-vesting langs de buitenkant bezoeken. Wij lopen eens door de straten van het dorp, want aan kanonnen heb ik persoonlijk minder. Blijkbaar de enige vesting ter wereld die op 250 jaar tijd nooit een schot heeft gelost, behalve dan de vreugdesalvo’s om de zonneschijf te begroeten na een lange donkere wintertijd. Ik las in de gids dat hier ook de oudste boom van Noorwegen staat, een lijsterbes, deze periode van het jaar voorzichtig ingepakt om te overwinteren. Ik zal nog eens moeten terugkomen als het licht is, want ik heb hem niet gevonden. En dan terug naar de boot, om ’s avonds vanop het dek te speuren naar Noorderlicht. De volgende avond zal de verlossende melding komen van de crew dat het Noorderlicht zich eindelijk laat zien.
Hammerfest
Het is zondag als we aanmeren in Hammerfest, dus van de traditionele activiteit hier, shoppen, komt niet veel terecht. Ook de Ijsberenclub die hier gevestigd is, is dicht. Veel ohs en ahs bij de bezoekers. En die ijsberen? Die hebben we (gelukkig) ook niet in levende lijve gezien. We nemen hier afscheid van onze favoriete ober, die zijn stek hier heeft; die mag gaan genieten van zijn 22 dagen vrij.
De Vesteralen
Nog een excursie om naar uit te kijken. We bezoeken vandaag de Vesteralen per bus en met een ferry. Eerst komen we in Harstad, waar we een dienst bijwonen in de Trondenes Kerk, en het museum bezoeken. Ondanks het weer (het sneeuwt!) is het hier prachtig rijden. De omgeving is prachtig. We bezoeken The Blue City, beter gekend als Sortland. Vele mensen hier schilderen hun huizen blauw, ze zijn ondertussen hun naam waardig. Later op de dag trakteert de kapitein ons nog met een bezoek aan de Trollfjorden. Deze fjord is 2km lang, en maar 100m breed, het schip past er maar net tussen. En dat heen en terug, want de fjord loopt dood. Hier verdient volgens mij een kapitein zijn strepen, door het toch wel grote transportschip gedraaid te krijgen.
De Poolcirkel – deel 2 & Bronnoysund
En dan verlaten we het land van de Middernachtzon en de Poolnacht, en reizen terug de Poolcirkel onderdoor. Natuurlijk opnieuw met champagne, het blijft een magisch moment, en het is net mijn verjaardag, dus, schol, happy birthday to me, ik kan me geen betere plek bedenken om vandaag te zijn. Met de belofte dat ik nog terugkom, ik heb nog lang niet genoeg van dit land van lichtschakeringen, het land van de clair-obscur…
We stoppen nog in Bronnoysund vandaag, en krijgen een totaal onverwacht concert van Makalaus in de lokale kerk. Mooi om zien, hoe wij als toeristen van de Hurtigruten met crew de kerk volledig vullen, en een glimlach toveren op de enthousiaste muzikanten van Makalause Scouts. Ontroerend mooi.
Een dagje op zee vullen we in met thee drinken, afwisselend buiten op het overdekt dek, als lekker warm binnen in een gezellige zetel, en wat lezen en foto’s trekken van het steeds prachtige decor. Een praatje links of rechts, maar voor de rest hangt hier zo’n ongedwongen sfeer dat het gewoon zalig genieten is. Dus, veel sneller dan nodig zijn we terug in Bergen, al is het een leuk weerzien met mijn favoriete stad.
Terugkeer naar Bergen
En dan komt er plotseling nog een verrassing uit de bus, onze vlucht wijzigt weer, dus we hebben opnieuw een extra dag in Bergen. Dat nieuws komt als geroepen, want ik wil nog niet terug naar huis. We genieten intens van de stad, ondanks de grijze wolken.
Maar we beginnen met een citytrip in Bergen. Door een wijziging van de vluchturen mogen we zelfs een dag eerder, dus we hebben een ruim weekend om deze zalige stad te ontdekken voor we aan boord gaan van onze postboot Nordnodge. En wat ben ik verliefd! Deze stad heeft alles! Van natuur tot cultuur tot een actief stadsleven. Unesco Werelderfgoed, kunst en verse vis, elke dag! Schoonheid in de vele kleine kunstgalerijen, musea bezoeken, verdwalen in Bryggen, en dan toch een Guinness kunnen drinken in een Irish Pub. Ok, hier wil ik komen wonen!
Aan boord van MS Nordnodge
De postboot wordt onze thuisbasis voor 11 dagen, dus nadat we onze kajuit hebben gevonden, gaan we op onderzoek uit. Ik had gelezen dat je tussen de locals reist, dus ik was benieuwd wie we hier allemaal zouden ontmoeten. Blijkt dat er veel Zweden werken, het loon is beter dan in hun thuisland, en hun taal trekt zo hard op het Noors dat ze makkelijk met elkaar kunnen communiceren. Twee vaarten op en af, en dan 22 dagen thuis. Klinkt me zo slecht nog niet. Qua reizigers komen we vooral Engelsen tegen, en wat Duitsers. Er gaat maar een vijfde van de capaciteit van de boot mee op deze tocht, dus plek zat voor iedereen. De postboot is geen cruise, je vindt er geen zwembaden of casino’s, maar uit eigen ervaring kan ik nu wel zeggen dat het dik in orde is. Lekker vers eten, elke dag, met keuze tussen vis, vlees of vegetarisch. Een bar waar je ’s avonds lekker in een stoel kan onderuitzakken en kan genieten van de deining. En geen chichi. Oef.
ons bootje
Urke & Alesund
Gezien we ’s avonds vertrekken, is het al donker als we Bergen achter ons laten en de eerste vissersdorpen zien we by night. ’s Morgens verwelkomen de eerste besneeuwde bergtoppen ons al, en de eerste huisjes met een grasdak laten zich zien. Prachtig is het hier! Het is middag als we in Urke aanmeren, een supercute klein dorpje waar we een deel van de middag kunnen doorbrengen.
Urke met zijn eigen sauna 🙂
Diezelfde avond meren we nog aan in Alesund, een charmante stad om in de schemer nog rond te kuieren. Volgens de reisgids een belangrijke vissersstad en ook een aangename winkelstad. Wat vooral opvalt, is hoe fjorden en bergen hier samenkomen in de oceaan. Is het deze combinatie die het hier in Noorwegen zo mystiek maakt? Ik ben alvast in de ban.
Het is winter, en dan doet de Hurtigruten de bekende Geirangerfjord niet aan. Je krijgt dan wel Urke in de plaats. Maar wat had ik nu gedacht, dat die bekende vogelbergen nu ook vol papegaaiduikers zou zitten? Oeps. Ik weet dus nu al dat ik nog eens moet terugkomen.
En dan is er dat spannende moment, we kruisen de Poolcirkel, en komen in het land van de Middernachtzon. Het is winter, dus wij gaan vanaf nu eerder op zoek naar het Noorderlicht. De dag starten om 8u07 ’s morgens met champagne in de hand, er zijn slechtere manieren om de dag te beginnen. Diezelfde middag bezoeken we Bodo, en ja, er ligt sneeuw! Onze botinnen in de valies proppen was zeker geen slecht idee.
De Poolcirkel
Tromso (het Parijs van het Noorden)
Ook hier kijk ik erg naar uit. Tromso, een andere parel van Noorwegen. We hebben de ganse middag om die te bezoeken, en dat is nog te kort. Mijn lijstje van plaatsen waar ik nog eens terug naartoe wil wordt alsmaar langer. Deze stad is fantastisch. Wij bezoeken de lokale brouwerij en ontdekken een aantal stoutbieren; wat een gezellige kroeg!
De Noordkaap
En dan is het tijd voor het summum van de reis, de Noordkaap. We hebben ons ingeschreven voor de excursie, want op eigen houtje geraak je moeilijk op de Noordkaap vanuit de haven van Honningsvag, toch om op tijd terug aan boord te zijn. Samen op de bus, en door echt winterweer rijden we naar het meest Noordelijke punt van Europa. Hier zijn we echt op het einde van de wereld. En dat het daar prachtig is. We wisselen de koude wind van buiten af met de panoramahal, die in een berg in ingebouwd. Hier spelen ze een unieke voorstelling met een super-videograaf over de natuur en de seizoenen van Noordkaap. Ik voel me zo verbonden met de natuur dat ik er geëmotioneerd van ben. Hoe prachtig is dat hier! Ik denk terug aan het boek van Mark Eyskens Zinzoeken? heeft dat eigenlijk zin? en ook aan de bewoners van het Noorden, de Sami, die ik al eerder mocht ontmoeten in Lapland. Ontmoeting met de Sami cultuur in Lannavaara.
‘Hier sta ik dan op Noordkaap, op het uiterste punt van Finnmark, aan het einde van de wereld. Hier, waar de wereld eindigt, eindigt ook mijn nieuwsgierigheid en keer ik tevreden huiswaarts.’
Negri, 1664.
De Noordkaap
Kirkenes
En dan varen we door naar onze laatste stop voor we terug Zuidwaarts varen, Kirkenes, vlak aan de grens met Rusland. We hebben een voormiddag om deze stad te ontdekken, en ik wil graag wat meer van de Sami weten, dus we beslissen twee musea in de stad te bezoeken; het Grenselandmuseet en Saviomuseet. Er is een expeditieteam aan boord van het schip, dus elke stop krijg je een stadsmap mee, en geven ze je ook wat bezienswaardigheden mee. Deze musea zijn meer dan een aanrader. Vooral het kunstmuseum met werken van de Sami kunstenaar John Savio steelt mijn hart.
Kirkenes
En wat ben ik blij dat ik nog niet van de boot moet! We mogen nog mee Zuidwaarts, terug richting Bergen. En, de haventjes die we gemist hebben op weg naar het Noorden omdat we ze ’s nachts passeerden, komen nu wel aan bod. Op het programma: Vardo, Hammerfest, Harstad, Sortland en Bronnoysund. Dat lezen jullie volgende week!
Ik kende hem niet toen ik vertrok. Maar uiteindelijk is het eiland niet zo groot, dus als je een auto huurt en begint rond te toeren, duurt het niet lang of je komt wel iets van hem tegen. Laten we dus wat meer over de man en zijn thuisland te weten komen. Welkom in Lanzarote.
Een eiland dat dor en droog is, door de vele vulkanen die serieus huisgehouden hebben. Er is geen dier te bespeuren. En net daar is de ‘Vallei van de Duizend Palmbomen’, ja, het huis van onze kunstenaar blijkt. Een combinatie van architectuur, schilderkunst en beeldhouwen. Hij wordt als bouwadviseur een beetje de baas van het land, zet zijn stempel op verschillende manieren neer. Zo is bijna geen gebouw hoger dan vier verdiepingen. Op de vele ronde punten vind je werken van hem terug. En hij ontwierp verschillende te bezoeken sites waar kunst met natuur verbonden is. Want daar gaat het hem allemaal over, Lanzarote in zijn eenvoud en natuurlijkheid behouden, en niet laten overspoelen door massatoerisme. Eerbied voor de natuur hebben. Heel Lanzarote is een kunstwerk op zich.
Er is een foundation opgericht in zijn vorige woning, gebouwd op een lavastroom. De natuur kan niet letterlijker in je woning binnenstromen. Hij woonde prachtig, dat moet gezegd. Volgens de foto’s en informatie een echte levensgenieter. Hij inspireert me.
We bezoeken meerdere trekpleisters op het eiland, en meestal heeft het wel iets met hem te maken. Zo ontwierp hij het restaurant in het Nationaal Park Timanfaya, waar je met een bus tussen de kraters van de vulkanen rijdt en ontdekt welke warme kracht de aarde daar nog steeds heeft. Het meest noordelijke punt van het eiland heeft Mirador Del Rio met een prachtig (maar winderig) uitzicht op het eilandje La Graciosa, en ook een gebouw dat ontworpen is door, jawel, onze kunstenaar. Vergeet de grotten niet, Jameos Del Agua, een extra rustgevende plek, en tevens een prachtig verwerkt decor.
Op het to do lijstje: zeker een badhuis, daar is de stad immers voor bekend; een museum, nog te kiezen het welke, een boottochtje op de Donau en lekker eten en drinken. We hebben een midweek om het allemaal af te vinken, dat moet lukken! En ok, niet alles is gelopen zoals gepland, maar dat we ons geamuseerd hebben en de slappe lach hebben gehad? Hell yeah!
De vlucht en transfer verlopen prima. Buiten de extra administratieve rompslomp op voorhand, komen we zonder problemen in de hoofdstad en tevens grootste stad van Hongarije aan. Efkes inchecken, en dan op zoek naar een leuk eettentje. Gelukkig voor Maya hadden we net op tijd door dat deze wachtrij voor een fusion restaurant was, en niet voor het naastgelegen burgerrestaurant, anders had ze mee Grilled Eggplant kunnen eten. De burgerzaak bleek dan nog dicht te zijn ook. Het iets verder gelegen restaurant ‘Pizza & Wine’ biedt de oplossing.
Het ticket voor de Hop-on-Hop-off bus bevat ook een cruise op de rivier tussen Pest en Boeda. Een stad zien vanop het water geeft toch altijd wat een andere dimensie. En ja, het parlement laat zich prachtig zien op de oever van de Donau. Boedapest is ook bekend voor zijn grote markhallen, de grootste is Nagycsamok. Beneden veel kraampjes met vis, vlees, groenten en de typische paprikapoeders, en boven meer de toeristische kraampjes met vooral veel matroesjkas en tafellakens.
Een museum moeten we nog doen! We stappen het Hungarian National Museum binnen, met het idee dat we het Hongaars Natuurhistorisch Museum bezoeken. Meestal werkt Google Maps goed, maar soms zet het je dus wel op het verkeerde been. Geen dino’s dus, wel de geschiedenis van Hongarije. Hilarisch momentje opnieuw.
Als afsluiter van onze trip bezoeken we nog de bekende cakeshop, Gerbeaud. Wow! Precies High Tea in een prachtig decor. De zon doet de rest, we nemen met prachtig winterweer afscheid van deze stad.
We hadden anders iets meer tropisch in gedachten. De Europese kaart kleurde terug groen voor de eerste keer, dus we boekten een trip in Europa, maar wel overzee. Martinique. Een fly & drive. We vonden onszelf erg creatief, we zouden reizen in Europa, maar toch naar de Caraïben kunnen. Tja. Tegen we kunnen vertrekken zegt de luchtvaartmaatschappij het zelf af, donkerrood kleurt het gebied, en toeristen zijn niet langer welkom. Het pakket blijft staan voor een andere keer. Maar wij willen met vakantie, deze keer willen we niet wachten op postcoronatijd. Het wordt Oostenrijk, met de auto, en met Reynaert.
Na wat tips van mijn lieve vriendinnen (tevens Oostenrijkkenners) kiezen we een hondvriendelijk hotel. Wandelen en nadien beentjes onder de tafel, dat lijkt ons wel iets. Landhof Irschen voldoet aan alle voorwaarden. Een tussenstop in München breekt de heenreis in twee. Gelukkig, want het is een stevige trip.
Uitzicht van op ons terras in Landhof Irschen
En we hebben al snel een routine. ’s Morgens eerst Reynaert eten geven en efkes buitenlaten, en dan is er koffie! De eerste dagen verkennen we kruiden- en bloemendorp Irschen en omgeving, nadien pakken we de auto meer de bergen in om van daaruit een wandeling te starten. De routes zijn wel efkes wennen. Niks is hier plat, alleen omhoog om later weer naar beneden te gaan, of andersom. En dat zowel te voet, maar ook met de auto. Soms hebben we padjes die precies enkel voor 4X4 voertuigen zijn voorbestemd, en onder die categorie valt onze auto niet. Onze GPS vraagt of we zeker zijn dat we de routebegeleiding willen starten, met een icoontje bij waarbij een auto de ravijn in stort. Slik. Maar goed, we komen overal, en nergens. Prachtig is het hier. Wat een uitzichten!
Elke dag de bergen in, om ons nadien culinair te laten verwennen, al dan niet na een (ijskoude) plons in de zwemvijver aan ons hotel om af te koelen van de inspanningen. Na twee weken zon wordt het hier bewolkt. Tijd om naar huis te gaan. Een lange rit terug, met een tussenstop in Frankfurt deze keer. Ik moet het toegeven, de bergen hebben iets mystiek. Misschien toch eens op wintervakantie gaan?
Ik had me, na een tip van een lieve vriendin, ingeschreven voor een schrijfweek. Ik wil al lang een boek schrijven en kom er thuis precies niet toe. Ideeën genoeg, maar de structuur ontbreekt me om eraan te beginnen. Dan roepen we toch hulp in! En jawel, in mei nog hetzelfde jaar zou ik afreizen naar Epidavros, en daar een aantal andere mensen ontmoeten die me zeker zouden kunnen helpen met mijn project.
Wisten we veel dat Corona hier een hele grote stok zou tussensteken. Want mei blijkt ineens niet haalbaar. Juni ook niet. Een tweede lockdown die ook de planning van het najaar bepaalt. Er wordt niet gevlogen, zo simpel is het. Het virus hakt er zo hard in, dat ook mijn plannen voor de Ardennen teruggeschroefd worden van 2 maanden naar 3 weken (Mijn persoonlijke quarantaine). Daar gaat mijn plan.
Dat mensen niet stilzitten tijdens zo’n crisis en dat het ook opportuniteiten met zich meebrengt, bewijzen Celeste en Anja. Een jaar na inschrijving krijg ik een eerste voorzichtige mail waarin ze polsen of Italië ook goed is als retraite plaats. Ze koesteren al langer de droom om een eigen plek te hebben, en vinden hun stek in San Severino. Ver weg van Griekenland. Maar ver genoeg van huis ook, dus wat maakt het mij uit, eerlijk, als ik maar kan vliegen naar een mooie inspirerende plaats. De bijgevoegde foto’s in hun mail spreken boekdelen. Griekenland komt wel een andere keer.
Het is nog even bang afwachten, maar in augustus is het dan eindelijk zo ver. 1,5 jaar na inschrijving vertrek ik, blijkbaar met 4 anderen uit Nederland, ergens naar het midden van de laars. Het thuisfront ondergaat jaloers hoe ik enthousiast wat zomerspullen (inclusief bikini) in mijn koffer gooi.
Bettina, onze schrijfcoach, herken ik al op de luchthaven in Rotterdam. Ze stapt net weg van check-in als ik er toe kom. De anderen, Gerda, Yvonne en Britta, ontmoet ik later aan de gate. Allemaal minstens 15 jaar ouder dan mij, maar de sfeer zit direct goed, en ook tijdens de week zal blijken wat een hechte groep we zijn, een steun en toeverlaat voor elkaar. Een warme ontvangst door Celeste en Anja in San Severino. (meer over hun activiteiten en exacte locatie: https://artisagreece.org/nl/onze-nieuwe-plek-in-italie/) De week verloopt ontspannen tussen de hoofdpersonages, een stiltewandeling, voorleesavonden, perspectieven, een individueel consult en verhaallijnen door. Met ’s morgens yoga om de dag goed te starten, de dagelijkse regelmatige afkoelmomenten in het zwembad en de creatieve vegetarische schotels van Celeste vliegt de schrijfweek voorbij. Het is een luxe retraite! Doe daar nog een bezoekje aan Tolentino en Porto Recanati bij, en deze schrijfweek kan niet meer stuk.
Met mijn storyboard op zak, en brokje 1 geschreven, nagelezen en herwerkt te hebben, ga ik met een voldaan gevoel naar huis. De kop is eraf.