10 Texelse dingen

Texel is tof. Dat konden jullie al lezen in mijn vorige blog over dit Waddeneiland in Nederland Uitwaaien op Texel. Ik was er nog niet klaar, dus gingen we in februari nog een weekje terug. Een ander vakantiehuis op een andere plek, deze keer in De Koog. Makkelijk, van hier loop je naar het strand, het bos en/of de duinen, dus de auto blijft meestal op de oprit staan.

  • Lammetjes knuffelen!

Een echte Texelse bezigheid, voor toeristen dan vooral denk ik, al vinden de medewerkers van de schapenboerderij hun job toch ook de max. Er is een knuffelhoek, en dan krijg je er gezellig een lammetje bij. Diegene die ik mocht knuffelen was drie dagen oud. Er zijn ook geiten, cavia’s, véél kippen, pony’s, een ezel, en er zijn honden die showen hoe ze schapen drijven. https://www.schapenboerderijtexel.nl/

  • Ecomare

Tuurlijk ga ik mijn adoptiezeehondje Daan bezoeken nu we hier toch zijn. Er zitten deze keer ook kortsnuitzeepaardjes, die mogen overwinteren hier, en worden in de lente teruggezet in zee. Je kan er een video van bekijken hoe dit gebeurt, prachtig initiatief weer. https://www.ecomare.nl/

  • Sterrenkijken

Texel is nog echt donker ’s nachts. Als er dus niet teveel wolken hangen, kan je prachtige dingen zien aan de sterrenhemel. Vlak aan Ecomare organiseren ze kijkavonden, en dan kan je door grote telescopen de maan en andere planeten zien. Hier leer je echt de grote en kleine beer makkelijk spotten. Prachtig, en uniek. https://www.oriontexel.nl/

  • Bonte belevenissen

Texel heeft een eigen bierbrouwerij (De Boei) en distilleerderij (De Lepelaar). Allemaal te bezoeken en te proeven bij De Bonte Belevenis, waar ze naast een hele leuke winkel ook workshops geven om zelf kaarsen en zeep te maken. https://www.landgoeddebontebelevenis.nl/

  • Het Sommeltjespad

Zelfs al heb je geen kindjes bij, dit is gewoon een echt hele leuke wandeling in een prachtig bos. Sommeltjes zijn aardmannetjes die verstenen als het licht wordt. Het lijkt wel dat het bos daar echt tot leven komt. En, je kan gerust je wandeling verder uitbreiden als de 1,5 kilometer net niet voldoende is, Texel is immers één wandeleiland. https://www.staatsbosbeheer.nl/uit-in-de-natuur/wandelroute-sommeltjespad

  • Bosbaden

Eigenlijk leent het Sommeltjespad zich hier heel goed toe. Ik kende bosbaden zelf niet zo goed, maar iemand vertelde me erover. Het is overgewaaid van Japan, waar het Shinrin-yoku heet. Daar is het al heel normaal om het bos in te duiken om mentaal en fysiek te herstellen. Vertragen is de kunst bij het bosbaden, gewoon je zintuigen openzetten en genieten maar!

  • Strandjutteren

Niks zo fijn dan door bos en duin op het eindeloze strand terecht te komen, en zoals de echte strandjutters van vroeger aangespoelde spullen oprapen, in mijn geval dan schelpjes.

  • Vogelen

Texel heeft -ik weet niet hoeveel- vogelkijkpunten waar je je ogen kan uitkijken. Een verrekijker is handig, of een goede kodak met een grote lens. En, de app ObsIdentify helpt je nadien te identificeren wie je allemaal gezien hebt! https://www.vogelinformatiecentrum.nl/vogelkijktips/

  • Wadlopen

We hebben dit zelf niet gedaan, was nogal moeilijk met de hond, maar dit moet echt prachtig zijn. Misschien ook een soort bosbad. Wandelen over de bodem van de Waddenzee, dat is een to do op mijn lijstje! Ik moet dus zeker nog eens terug. https://www.wadlopentexel.nl/

  • Met de boot naar de zeehond

En ja, je kan zeehonden zien in Ecomare, maar met een boottocht op zee kan je ze natuurlijk in het wild gaan spotten. Geen mooier beeld dan een dier in zijn natuurlijke habitat.

Wat een parel, deze wadden, en zo dicht bij huis. Tot binnenkort!

Hekserij

Mag ik jullie voorstellen aan een van mijn idolen van het moment: Susan Smit.

Ze is journalist; je kent haar misschien van het tijdschrift Happinez waarin ze een rubriek heeft. Ze heeft ook al verschillende boeken op haar naam staan. Ik las er recent twee boeken van, en, ik ben toch wel onder de indruk.

De wijsheid van de heks

Het eerste boek dat ik van haar las, gaat over heksen. Susan noemt zichzelf heks, en wil het een andere betekenis geven dan de meestal eerste reactie die het woord krijgt: klopt, die lelijke vrouw met een wrat op haar neus die een ander kwaad wil doen in het sprookje. Als mannen het woord gebruiken, is het doorgaans als scheldwoord. Maar ook vrouwen hebben dikwijls nog een ander beeld van een heks dan wat het eigenlijk echt is of kan zijn, dus wat duidelijkheid hierrond kan geen kwaad. In dit boek neemt Susan je mee in wat zij een oude natuurreligie noemt. Het gaat over het wilde in jezelf wakker schudden, (dat we ook al konden lezen in het boek van Glennon Doyle Leef ik echt al een ongetemd leven?) en leren over en oefenen met het proces in de verbinding tussen hart, hoofd, lichaam en het universum.

Voor mij is het een spiritueel pad waarop ik me begeef tussen details die ik al ken, of me herinner, en nieuwe dingen die ik vanuit haar persoonlijke ontwikkelingsreis leer.  

De heks van Limbricht

Dit boek van Susan gaat ook over een heks, deze keer over de heks van Limbricht, Entgen Luijten. Een waargebeurd verhaal dat zich afspeelt eind zeventiende eeuw. Hoe Entgen beschuldigd wordt van hekserij en het moet opnemen tegen de inquisitie. Deze kerkelijke rechtbank werkt volgens het boek Malleus maleficarum, bijgenaamd de heksenhamer. Er wordt vanuit gegaan dat een heks samenwerkt met de duivel, en dat pikt de kerk natuurlijk niet. Heksen moeten op de brandstapel; als ze bekennen door de vele foltertechnieken worden ze eerst gewurgd voor ze verbrand worden; anders is het maar levend het vuur in; zo werd hun ziel gewassen. Susan brengt Entgen echt tot leven. Ik heb het boek in één ruk uitgelezen; ik leefde helemaal mee met Entgen, en alle vrouwen die op die manier vervolgd werden. Heksenvervolging is trouwens volgens Susan pure vrouwenvervolging. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die vervolgd werden, altijd ‘mondige’ vrouwen waren die te weinig pasten in het conservatieve kader dat de kerk wilde scheppen. Dat ze de koe van de buurman betoverd hadden was het excuus om ze toch maar te kunnen terechtwijzen. Misschien moeten er maar meer vrouwen zich terug heks noemen zoals Susan het bedoelt: autonoom en eigenzinnig. Ontroerd door het verhaal, en dankbaar dat Entgen vandaag een stem krijgt.

Leuk weetje

Het stereotiepe van de heks, zoals haar bezemsteel, ketel, punthoed en zwarte katten zou komen van de Schotse vrouwelijke bierbrouwers. Ze hingen een bezemsteel buiten als het bier klaar was voor de verkoop, hielden katten om de muizen weg te jagen, brouwden bier in ketels en droegen inderdaad een puntig hoedje op de markt. Veel van deze vrouwelijke brouwers werden beschuldigd als heks. In 2022 werd trouwens in Schotland een wet gestemd die deze vrouwen met terugwerkende kracht onschuldig verklaarde. Dat de rest van de betrokken landen in deze vrouwonvriendelijke geschiedenis mag volgen.

Leef ik echt al een ongetemd leven?

Ik las het boek ‘Ongetemd Leven’ van Glennon Doyle en stelde me die vraag. De schrijfster voelde zich lang gekooid, en vertelt met humor en compassie hoe haar levenspad liep van braaf met de stroom mee, naar moedig haar eigen stroom volgen, ook al is dat tegen de stroom in. Het boek laat je reflecteren hoe jij vandaag in de wereld staat. Ik ben bepaalde periodes in mijn leven ook best ‘gekooid’ geweest.

Wat is een gekooid leven? Rekening houden met wat anderen van je verwachten en willen, en daar naar leven. Een brave dochter en leuke zus, een fatsoenlijke vrouw en een verantwoordelijke moeder. Niet te luid, niet te gek (normaal is al zot genoeg) en netjes binnen de lijntjes. Tot je verdwaalt in je eigen leven, of zoals Glennon, zij werd er letterlijk ziek van.

Gekooid

Glennon vertelt eerlijk haar verhaal, hoe ze worstelde met een eetstoornis als tiener. Hoe haar eerste kind haar leven veranderde. Hoe ze verliefd werd op een vrouw. Hoe ze haar grenzen, inclusief die met haar eigen moeder, duidelijk leerde afbakenen om toch haar eigen leven te mogen leiden. Ze stelt het zich voor als een eiland, waar je de brug alleen maar neerlaat om liefde binnen te laten. Geen oordelen en geen angst komen de brug over.

Glennon spreekt over haar wilde zelf. Je weet uiteindelijk niet meer dat je gekooid leeft, al voel je onderliggend soms wel dat er iets niet klopt. Je voelt dan dat je anders wilt leven dan wat je tot nu toe is aangeleerd te willen. Jezelf onder de loep nemen en je afvragen wat je zelf wil, in liefde, in vriendschap, in werk,… Wie wil je écht zijn? En wat is het verschil met wat je hebt geleerd te willen?

Vrij

De schrijfster ontdekte met scha en schande dat haar leven van haar is, en dat ze helemaal zelf mag bepalen wat ze ermee doet. Ze heeft geen toestemming meer nodig. Beter nog, ze is vandaag meer dan ooit haar wilde zelf. En volgens haar kunnen we dat allemaal terugvinden, onze wilde zelf, zodat je iets unieks kan bijdragen aan de wereld. Blijkbaar behoort ze tot de top honderd van ‘bewust geworden leiders die hun stem en talent gebruiken om de mensheid naar een hoger plan te tillen’.

Het boek is nogal Amerikaans, zoals alleen Amerikanen dat kunnen. Met veel opvoedkundige tips die aan mij wat voorbij gaan, want mijn kindje is ondertussen al veel ouder en het huis uit. Universeler; ik ben me er wel van bewust hoe we als vrouwen teveel geleerd hebben om ons klein te houden, en dat dit een effect op de wereld heeft. Vrouwen zijn niet ondergeschikt en hoeven zich niet weg te cijferen. Dat is alleen wat het patriarchaat ons wilt laten geloven. Glennon is ondertussen een activiste in hart en nieren, check maar eens op Together Rising.

En om nog eens Glennon’s woorden te gebruiken: Wij kunnen moeilijke dingen doen (trouwens de titel van haar podcast; we can do hard things). Dus, vooral vrouwen, zonder mannen te willen uitsluiten want jullie zijn soms ook gekooid, volg je eigen pad. Vind het lef om helemaal jezelf te zijn. Als je trouwens niet genoeg krijgt van het boek; er bestaat een ‘zelfbevrijdingsgids’ van de schrijfster, met oefeningen en meditaties om te leren stoppen met pleasen. Glennon -en ik ook- wensen het ons allemaal toe.

Uitwaaien op Texel

Het is van mijn kindertijd geleden dat ik hier kwam. Ik herinner me nog het huis waar we overnachtten, en waar hond Yatri woonde. 35 jaar geleden ondertussen. Slik.

Deze keer gaat mijn eigen hond mee, Reynaert, en huren we een vakantiehuisje in Den Hoorn.

Texel is het grootste Waddeneiland, en is met 4 uur rijden niet ver van huis. Op het programma: wandelen, uitwaaien, rusten, schelpjes rapen en Ecomare bezoeken. Check, check en check!

We hebben goed weer, en de zon laat zich regelmatig zien. Het eiland is ook niet groot, 20 km lengte, en maar 8 km breed, dus je bent zo aan elke kant van het eiland. En zo doen we het ook, we doen alle uithoeken. De kilometerslange stranden (goed voor 30 km!) trekken mijn aandacht, en Reynaert weet niet waar eerst lopen. Met zijn bijna 14 jaar huppelt hij nog vrolijk mee. Gelukkig maar.

Het is heel rustig deze periode op Texel, wij lopen bijna overal helemaal alleen. Zalig. Van het Sommeltjespad (een kinderwandeling 😊) naar het bos, en naar het mooie natuurreservaat in de Duinen. Wat een afwisselend landschap. Veel vogels zien we eigenlijk niet, en ook de grote grazers staan niet waar ze volgens de brochures moeten staan, maar buiten dat, heerlijk om hier te vertoeven! En het voordeel, dan kan Reynaert veel loslopen.

Ook de vuurtoren kan niet ontbreken, nog een detail dat ik me herinner van jaren geleden. En ja hoor, hij staat er nog steeds, met langs drie kanten zicht op zee.

In Ecomare vangen ze zeehonden op die na herstel terug worden vrijgelaten. Daan, het zeehondje dat ik adopteer, kan helaas niet meer voor zichzelf zorgen, dus blijft in de opvang. (ecomare.nl) Een leuke plek, en de drie zeehondjes die bijna terug naar zee mogen, maken ons bezoek af.

In het tijdschrift Happinez had ik gelezen over Texelsvilt, dat we onderweg ook bezoeken. Een atelier waar je workshops kan volgen, en de dame des huizes legt uit wat ze probeert te doen met de bruine wol van de schapen; mensen willen immers allemaal witte wol in de donzen en kopkussens… De wol van de Texelse schapen is trouwens redelijk stug, dus neen, echte wollen dekens van de schapen hier vind je niet, dat komt vooral uit Scandinavië. Maar wel vanalles anders, en dat op een diervriendelijke en duurzame manier. (Texelsvilt.nl)

Nog een paar korte tips:

  • Een ticket voor de overzet kan je op voorhand kopen, en is altijd retour (teso.nl)
  • Denk ook aan een parkeerticket, want op veel plaatsen is het betalend parkeren, ook dit ticket kan je op voorhand online kopen (texelvignet.nl)
  • Wij aten in het Kook Atelier, normaal in Oost, maar nu door verbouwingen tot zomer 2023 een pop-up wintereditie in Den Burg, aanrader! (opoost.nl)

Wij gaan nog eens terug, want waddenlopen staat ook op ons lijstje en dat hebben we nu niet gedaan. Er is trouwens een film gemaakt over de Wadden, over dit prachtig natuurfenomeen dat het echt wel is, te vinden via silenceofthetides.com.

Rondreis door Peloponnesos

Eerst een schrijfretraite (Schrijfretraite in Methana) en dan nog twee weken toeren door Peloponnesos, om toch iets van het grootste schiereiland van Griekenland te zien. We starten onze toer in Epidauros, met het gekende oude theater, trouwens hét theater der theaters, akoestisch en esthetisch. Het dateert van de vierde eeuw voor Christus, en is nog supergoed intact. Dat het naar geluid toe ook zijn ding nog doet, bewijzen de toeristen beneden op het plein, al klappend in hun handen, en wij boven op de tribute, horend wat de Chinees beneden me toefluistert. ‘do you hear me?’ euh, raar maar waar, yes. Ik steek mijn duim op.

We verdwalen even in de archeologische site, ik ben graag op zo’n plaatsen. Een vrouw in paniek dat ze de bus gaat missen wil over de omheining klimmen, nee, mevrouw, we gaan je niet helpen, volg gewoon de exit pijlen, dat lijkt ons toch het makkelijkst.

Binnen bereik is ook Nafplio, blijkbaar de mooiste stad van Griekenland. Het heeft steegjes en vele juwelierswinkeltjes, en staat culinair ook bekend voor zijn goede restaurants. Terrassen genoeg inderdaad, het is moeilijk kiezen waar we eten, maar kiezen uiteindelijk toch maar iets uit het grote aanbod uit. Dit is niet mis.

We verblijven in Mouria Pension, wat een prachtige locatie. Het tafeltje vlak naast de zee, het geruis van de golven, en lekker Grieks eten, romantischer wordt het niet. De nest kleine katjes onder mijn stoel kunnen maar goed zijn met de scampistaartjes.

De volgende stop is Methoni, een havenstadje in Messenië, een van de drie punten ten Zuiden van het schiereiland. Witte huisjes met een rood dak, en een goed behouden Venetiaans kasteel. Zandstranden, dus dat wordt pootje baden, en ik verzamel 24 kleine steentjes om mijn eigen Runen alfabet te maken. We kuieren wat door de straatjes; er is een winkelstraat met een paar toeristenwinkeltjes, niet echt de moeite waard vind ik zelf, en we eten in taverna Nikos, dat is een aanrader!

Op dit schiereiland kan je niet rond Olympia, de oorsprong van de Olympische Spelen, en Unesco Werelderfgoed. Een mooie archeologische site om rond te kuieren, en je verbeelding alle ruimte te geven. In het bijhorende archeologische museum zie je hoe immens deze stad moest geweest zijn.

De vallei van Delphi

We rijden Peloponnesos uit om Delphi te zien, ook wel navel van de aarde genoemd. Weer Unesco Werelderfgoed. We kunnen daar onze vragen stellen aan het orakel, misschien vinden we dan wel de antwoorden ook. 

De rit ernaartoe vanuit Olympia is niet echt de moeite, een saaie baan, zonder veel mooie uitzichten, en helaas veel dode dieren op en naast de baan, voornamelijk honden en katten, maar ik herken ook enkele vossen en marteldieren. Zo jammer. We checken in bij Anemolia Resort, daar heb je zicht op de vallei, prachtig wel, enkel, samen met blijkbaar een hele bende voor een conferentie. De enige avond van onze reis dat we buffetstijl eten. Maar de volgende dag, tijdens een mooie warme zomerdag, bezoeken we Delphi, en dat is zo de moeite waard! Ik heb de trappen niet geteld, maar het zijn er toch wel heel wat als je ook het stadium wil meepikken, bovenaan op de berg. Het is een verzameling van prachtige, deels gerestaureerde ruïnes. En de kracht van het orakel op die plaats, ja, dat zal zich in de toekomst wel manifesteren. Ik heb er alleszins vertrouwen in.

En dan is het tijd voor Athene, al kiezen we een hotel aan het strand, op 50 km van Acropolis en het Parthenon. Daarnaast hebben we nog nood aan wat rust, aan het geluid van de golven, dus we kiezen dit als goede uitvalsbasis om de stad te bezoeken, en nadien af te koelen in de rustige zee. Zoals gezegd, oktober is een goede maand om Griekenland te bezoeken.

De rit van Delphi naar hotel Cokkinis laat niet veel aan de verbeelding over, hier wordt katoen geteeld. De baan ligt er dan ook vol van, overal witte pluche. Via de tolbaan zijn we na twee uurtjes zo ter plaatse, en, wat een plaatje hier!

Het contrast kan niet groter zijn, van de rustige kust naar de hectische binnenstad van Athene. We vinden anders makkelijk plaats voor onze rental, maar in het Archeologisch Museum in Athene is het koppenlopen. Athene is een combinatie van toeristenwinkels en ruïnes, achter elke hoek vind je wel andere pilaren, al dan niet deels gerestaureerd. En dat tussen verschillende terrassen met eetgelegenheden, of rooftop coffeebars, met uitzicht op, uiteraard, het Parthenon.

Drie weken Griekenland, het is mooi geweest. Cultuur, gastronomie, zon, landschildpadden en een verjaardagsfeestje, wat heeft een mens meer nodig om te ontspannen. 🙂

Schrijfretraite in Methana

Nadat vorig jaar zo’n succes was (Schrijfretraite in San Severino), ga ik opnieuw mee op schrijfretraite met Bettina Drion. Deze keer naar Limnisa (https://www.limnisa.com/), in Griekenland, Methana. Buiten de schrijfgenootjes die ik vorig jaar al leerde kennen in Italië, gaat deze keer Jolanda ook mee. Yvonne gaat last minute niet meer mee, dat vind ik enorm spijtig. Maar goed, een gezellig groepje, ik weer als enige Vlaming tussen allemaal Hollanders. Het woordje ‘amai’ en ‘sebiet’ voegen ze na deze week toe aan hun woordenboek.

Het wordt een bewogen week, want er staat wel een en ander te gebeuren. Ik ben moe en wat overwerkt, en word de eerste nacht ziek. ik voel dat ik het best rustig aan doe, en vind wel wat rust in de verschillende gezellige schrijfhoekjes die deze woning en tuin heeft. In tegenstelling tot vorig jaar zitten we niet in studio’s, maar delen we een huis met vijf kamers en twee badkamers. Dat is voor mij wel even wennen; toiletten delen blijkt niet altijd zo evident. En, je hoort alles in dit huis, als er ’s nachts iemand uit moet, hoor ik het gekraak van de trap. Aan de locatie zal het anders niet liggen, we zitten hier in the middle of nowhere, met een prachtig uitzicht op de Ionische Zee. Zoals gezegd, overal gezellige hoekjes en plaatsjes om inspiratie te laten vloeien en tot mooie teksten en gedichten te komen. Het is volpension, dus ’s morgens, ’s middags en ’s avonds staat er vers Grieks eten op de menu, allemaal vegetarisch. Lekker. De zee is nog zalig van temperatuur, kortom, oktober is een goede maand om naar Griekenland af te zakken.

De dagen beginnen met yoga of Qigong, dan ontbijt, eventueel een plons in de zee tussendoor, en dan wat schrijven en schrijfopdrachten, soms aan de hand van wat theorie. We lezen om beurten voor uit eigen werk, soms is dit emotioneel, soms hilarisch. Het gaat alle kanten uit. Dat is en blijft toch wel speciaal om met een groep vrouwen samen te zijn, ook al ken je elkaar niet. Je gaat zo vertrouwelijk met elkaar om, dat het lijkt of je kent elkaar al jaar en dag. En dit heeft zijn effect. Als ik op dag vier nieuws krijg van het thuisfront waardoor ik de grond onder mijn voeten voel wegzakken, zijn mijn schrijfgenootjes er om me fysiek en mentaal op te vangen. Dit kon ik niet alleen dragen.

Ik weet niet meer precies hoe ik de dagen doorkom, maar ik ben blij als het zondag is en Kristof afzakt naar Griekenland om nog twee weken rond te toeren op Peloponnesos en samen te genieten van de Griekse cultuur en gastronomie. Maar dat ik een verhaal heb dat de moeite waard is om binnenkort de wereld in te gooien, is een feit. En het storyboard voor een eerste roman ligt ook klaar.

Verhalen hangen in de lucht, zegt Bettina, ze wachten gewoon tot iemand ze vangt. Ik heb in deze week een verhaal gevangen van formaat. Bijna onmogelijk om te verzinnen. Het verhaal heeft mij gevonden. Nu is het aan mij om hier iets mee te doen. Maar voor nu, bedankt aan mijn schrijfgenootjes om er zo actief voor mij te zijn deze week. Ik had dit niet zonder jullie gekund.

Verrassend Thailand

Ik trok al eens eerder een aantal weken door het Noorden van Thailand, en deze keer was het Zuiden aan de beurt. Door Corona iets minder flexibel, want we moeten immers een vast verblijf kunnen doorgeven, dus een echte rondreis zit er deze keer niet in. Het Zuiden is ook beter gekend voor strandvakanties, en minder voor cultuur. Het regenseizoen is ondertussen ook begonnen, dus eens kijken wat dat geeft.

En het wordt een vakantie met gemengde gevoelens. Ik vertrek al met wat stress, want met al die documenten voor Corona… bij de eerste poging voor mijn Thai Pass krijg ik dan ook ‘denied’, en ik voel dat mijn grens lichtjes overschreden wordt. Stressen om te gaan chillen. Maar eind goed al goed, we landen na een lange vlucht in Phuket. Tropisch warm.

Pa Tong

Thailand is goedkoop. Thailand is wat mij betreft ook een toegangspoort om Azië te leren kennen. (We reisden nadien ook nog naar Cambodja: wat een koninkrijk! en Maleisië met al zijn rijkdommen) Gastvrij en vriendelijk, niet voor niets ‘Het Land Van De Eeuwige Glimlach’. Dat het niet duur is, dat klopt, vanaf je de straat opgaat en daar ergens aan een stalletje eet, kost het echt geen geld voor lekker eten. Dat in contrast met de meestal chique hotels van het Zuiden, die al wel weten wat ze moeten vragen voor een biertje of een cocktail aan de bar van het zwembad. En dat beeld overheerst hier voor mij, alles is hier in functie van toeristen. ik mis een beetje de authenticiteit van Thailand. En dat wordt enorm versterkt door de eerste avond die we doorbrengen in Pa Tong, de stad het dichtstbij ons hotel. Vanaf zes uur ’s avonds wordt een gedeelte van de stad autovrij gemaakt (Bangla Road), en dan mag, tja, eigenlijk bijna alles. Schaars geklede meisjes komen je bijna letterlijk van straat plukken voor de in hun bar geldende Happy Hour. Bars tegen en over elkaar, allemaal met life optredens, shows, noem het op. Op straat het nodige schoon om je affiches van go-go bars of de volgende pingpongshow in je gezicht te duwen. Het sekstoerisme brengt duidelijk op voor de economie. ‘You want to shoot, with real bullets?’ Hij loopt nog achter ons met zijn affiche met foto’s van geweren en revolvers. Alsof we het niet begrijpen, zegt hij er nog bij: ‘Pang Pang!’. Als feministe heb ik het moeilijk hier, dat ze dit in stand willen houden, Het Land Van De Eeuwige Glimlach krijgt zo toch een andere betekenis. Ik kan me niet voorstellen dat al die vrouwen dat hier vrijwillig doen. Oh ja, voor ladyboys heb je een ander deel van de stad.

Phuket

Op zondag is het, jawel Sunday Walking Street Market in Phuket. En dat is gezellig. Veel kraampjes, uiteraard toeristisch, maar met lekkere fruit juices, lekker eten en souvenirs. Het is superwarm, ook al lijkt het bewolkt, dus een Chang biertje doet wonderen. Toch efkes. Hier zie ik de eerste Wat van deze reis in het oude gedeelte van Phuket. Mooie huisjes en winkels met Portugese invloeden, dus de instagrammers onder ons kunnen hier hun hartje luchten. Er heerst hier een gezellige drukte, zonder opdringerigheid, en een mix van toeristen en locals. Zo heb ik het graag. We hebben een fijne taxichauffeur, John, die ons nog naar de avondmarkt in Phuket brengt, Naka Market (of Phuket Weekend Night Market) waar we superlekker (en goedkoop) eten. Ook hier zie je locals boodschappen doen en komen eten, dit is echt een place to be.

Kamala Beach

De Provincie Phuket heeft veel stranden, heel veel. Voor ons te warm om erop te liggen, maar we willen wel eens een andere baai zien, en laten ons rijden naar Kamala Beach. In 2004 passeerde hier een Tsunami, die aan 5400 mensen in Thailand het leven kostte, waaronder 2000 toeristen. Overal bordjes met evacuatieroutes. Je kan je niet voorstellen dat ineens een golf van 24 meter op je afkomt. Ik zag bij thuiskomst nog een filmpje op YouTube, mensen die totaal verrast worden, en niet weten of beseffen wat er gebeurt. Griezelig. De zee vandaag is rustig, alé, met de nodige golven die het een prachtig tropisch aanzicht geven. De stranden zijn geweldig, met palmbomen tot bijna in het water… dit is een plaatje, cocktail erbij, en de vakantieboekjes maken hun beloftes waar.

Kamala Beach

Khao Lak

We reizen terug wat meer Noordelijker naar Khao Lak. Hier is het Turtle Conservation Centre Khao Lak, daar kan ik een ganse dag blijven hangen, ondanks de regenbuien die we hier op onze kop krijgen. Verschillende tanken vol groene zeeschildpadjes, in alle formaten. Ondersteund door de Thaïse overheid, en op een militair domein, dus 24/7 bewaakt. We ontmoeten een trotse werknemer, die enthousiast vertelt hoe hij, samen met een kameraad, als enigen op het strand van de Similan Islands verblijven en de eieren van de schildpadden bewaken, tot de kleintjes uitkomen. Die nemen ze dan mee naar het Conservation om ze een hogere levenskans te geven. Na 8 maanden worden ze terug vrijgelaten in de zee. Ook schildpadden die vastzaten in een visnet, of plastiek gegeten hebben, kunnen hier recupereren voor ze terug naar zee gebracht worden. Wat een mooi initiatief. Ik vind dit geweldig. Want, als je de mooie stranden ziet, kan je ook niet naast het vele plastiek zien dat hier aanspoelt, ook dat is een trieste weerzijde van wat toerisme doet.

Tempeltjes!

En, ook al heeft het Noorden er veel meer van, ik wil toch nog wat tempels zien. Van onze gids Chelsea leren we veel over het Boeddhisme. Ik weet nu dat 17 mijn geluksgetal is, en hoe ik aan ‘good karma’ werk. Met drie stokjes wierook doe ik een wens in een lokale tempel. We bezoeken nog een meer recente tempel, volledig uit teak gemaakt, en vlak aan de zee, prachtige locatie ook.

Chelsea neemt ons nog mee naar het prachtige Viset Samet Nangshe Viewpoint, uitkijkend over Phang Nga Bay. Prachtige mangrovebossen, zee en eilanden, en gelukkig heeft Thailand de intentie dit ongeschonden te laten; het kan ook beschermen tegen toekomstige tsunami’s. Zo krijgen we toch een glimp van het James Bond Island te zien!

Songkran

En zoals gedacht, vind ik het Noorden van Thailand authentieker dan het Zuiden. Bangkok is een stad die je eigenlijk niet mag missen bij een bezoek aan dit land, het Venetië van het Oosten met de Chao Phraya, de Rivier van Koningen, de chaos en tuk-tuks om en rond de vele prachtige tempels. Een paar dagen in deze drukte is genoeg. En dan verder naar het Noorden, Chang Mai, nog altijd een grote stad, maar voor mij charmant en gezellig, met veel bezienswaardigheden die een deel prijsgeven van het verleden. Jaren geleden was ik er in april, en werd volledig verrast door het Thaise Nieuwjaar dat dan plaatsvindt, Songkran genaamd, dat ze voor ons op een nogal aparte manier vieren. Drie dagen lang wordt er dan met water gegooid. Pick-up trucks worden voorzien van grote ijsblokken om het water ijskoud te krijgen; en er ontstaan echte watergevechten op straat. In de bergdorpen wordt het nog gekker, daar doen ze kleurstof in het water, dus de toen door ons gehuurde auto had alle kleuren van de regenboog. Een evenement op zich.

Samengevat, Thailand heeft absoluut veel te bieden, zeker tijdens de voor onze koude wintermaanden, als het daar lekker warm en droog is. Prachtige stranden, natuur, tempels, monniken,… om nog niet te spreken van het lekkere eten, zoals die curries met kokosmelk, mjammie. Tegelijkertijd ben ik me ook heel bewust van mijn ecologische voetafdruk als toerist. Of hoe we sommige zaken in stand houden, of zelfs zo creëren dat het er op verschillende plaatsen in de wereld gewoon hetzelfde begint uit te zien. Westers, met aangepaste gewoonten. Maar dat staat los van Thailand, dus daar moet ik misschien eens een andere blog aan weiden!

Wat je van bloed weet.

Ik had nog niet van deze Noorderbuur gehoord, tot een vriendin me dit via Whatsapp stuurde: ‘Ik denk dat jij dit een prachtig boek gaat vinden, ik heb het in twee dagen uitgelezen.’

Dat maakt me natuurlijk nieuwsgierig, dus niet veel later hang ik onderuit met het boek, en ik leg het pas weg als het uit is. Op 1 dag. Nu ik erover blog, staat het kippenvel nog op mijn armen.

Wat. Een. Boek.

Blijkbaar heeft de schrijver al wel wat boeken geschreven, maar zijn meest recente en tevens meest persoonlijke kruist dus eerst mijn pad. Maak kennis met Philip Huff, en zijn boek ‘Wat je van bloed weet.’

Een vertelling in de je-vorm, zodat hij zelf wat afstand kan houden van zijn persoonlijke verhaal over zijn jeugd. Veertien jaar heeft hij erover gedaan om het op papier te krijgen. Tegelijk met therapie om de opgedane jeugdtrauma’s te verwerken. Dit is een puur, bloedeerlijk en kwetsbaar boek, over een jongen die al heel jong leert hoe hij zich al kind het best kan gedragen in een emotioneel en fysiek onveilig gezin, en hoe hij ondanks dat, zich probeert te ontfermen over zijn jongere broertje.

Onthechting. Het is een thema op zich. Sommige dingen spelen zich af boven de radar, zoals fysiek geweld, maar oh zoveel gaat het over die emotionele verwaarlozing, niet altijd zichtbaar voor anderen. Terwijl je omgeving ook dikwijls niets onderneemt, zelfs al ligt het er vingerdik bovenop. Het is en blijft je eigen proces om wat van je leven te maken; zoals ze zeggen, je kiest er niet voor wat je overkomt, maar je kan wel kiezen hoe je ermee omgaat. Stof tot nadenken.

Het boek begint als het hoofdpersonage nog klein is, en door de subtiele en soms minder subtiele details krijg je een goed beeld hoe het er in dit zogezegd warme gezin in een mooi huis aan toe ging. Later krijgen we een beeld van het personage als die ouder is, en hoe schaamte en schuld een rol spelen in zijn volwassen leven. Hoe je als volwassene kan blijven struggelen omdat je nu eenmaal loyaal bent aan je ouders, en je innerlijke kind heeft niet gekregen wat het nodig heeft. En hoe oud moet je dan zijn om de navelstreng door te mogen knippen? Dit kwam ook al aan bod in het boek ‘Ongekende gevoelens’: Op aanraden van de therapeut.

Soms vind ik de zinnen poëtisch, zoals: ‘Maar je hebt geleerd: gedachten zijn veroordeeld tot de cel van je hoofd, gevoelens tot de gevangenis van je lichaam.’ Of: ‘Maar zoals op de winter de lente volgt en op de lente de zomer, zo zeker volgt na je vaders vertrek ook diens terugkeer’.

Ik bedank mijn vriendin voor haar tip om dit boek te lezen. Dit verhaal blijft bij. En, zo moedig van de auteur om dit verhaal gewoon de wereld in te sturen. Het is lang genoeg taboe geweest, en, zoals hij zelf aangeeft in een interview, het kan helend zijn voor anderen. Je hebt helemaal gelijk Philip, bedankt!

Met de postboot naar de Noordkaap (deel 2)

Vardo

In Vardo is het al donker als we aanmeren, dus we kunnen enkel de Vardohus-vesting langs de buitenkant bezoeken. Wij lopen eens door de straten van het dorp, want aan kanonnen heb ik persoonlijk minder. Blijkbaar de enige vesting ter wereld die op 250 jaar tijd nooit een schot heeft gelost, behalve dan de vreugdesalvo’s om de zonneschijf te begroeten na een lange donkere wintertijd. Ik las in de gids dat hier ook de oudste boom van Noorwegen staat, een lijsterbes, deze periode van het jaar voorzichtig ingepakt om te overwinteren. Ik zal nog eens moeten terugkomen als het licht is, want ik heb hem niet gevonden. En dan terug naar de boot, om ’s avonds vanop het dek te speuren naar Noorderlicht. De volgende avond zal de verlossende melding komen van de crew dat het Noorderlicht zich eindelijk laat zien.

Hammerfest

Het is zondag als we aanmeren in Hammerfest, dus van de traditionele activiteit hier, shoppen, komt niet veel terecht. Ook de Ijsberenclub die hier gevestigd is, is dicht. Veel ohs en ahs bij de bezoekers. En die ijsberen? Die hebben we (gelukkig) ook niet in levende lijve gezien. We nemen hier afscheid van onze favoriete ober, die zijn stek hier heeft; die mag gaan genieten van zijn 22 dagen vrij.

De Vesteralen

Nog een excursie om naar uit te kijken. We bezoeken vandaag de Vesteralen per bus en met een ferry. Eerst komen we in Harstad, waar we een dienst bijwonen in de Trondenes Kerk, en het museum bezoeken. Ondanks het weer (het sneeuwt!) is het hier prachtig rijden. De omgeving is prachtig. We bezoeken The Blue City, beter gekend als Sortland. Vele mensen hier schilderen hun huizen blauw, ze zijn ondertussen hun naam waardig. Later op de dag trakteert de kapitein ons nog met een bezoek aan de Trollfjorden. Deze fjord is 2km lang, en maar 100m breed, het schip past er maar net tussen. En dat heen en terug, want de fjord loopt dood. Hier verdient volgens mij een kapitein zijn strepen, door het toch wel grote transportschip gedraaid te krijgen.

De Poolcirkel – deel 2 & Bronnoysund

En dan verlaten we het land van de Middernachtzon en de Poolnacht, en reizen terug de Poolcirkel onderdoor. Natuurlijk opnieuw met champagne, het blijft een magisch moment, en het is net mijn verjaardag, dus, schol, happy birthday to me, ik kan me geen betere plek bedenken om vandaag te zijn. Met de belofte dat ik nog terugkom, ik heb nog lang niet genoeg van dit land van lichtschakeringen, het land van de clair-obscur…

We stoppen nog in Bronnoysund vandaag, en krijgen een totaal onverwacht concert van Makalaus in de lokale kerk. Mooi om zien, hoe wij als toeristen van de Hurtigruten met crew de kerk volledig vullen, en een glimlach toveren op de enthousiaste muzikanten van Makalause Scouts. Ontroerend mooi.

(lees hier meer over Makalause: Makalaus Droom – KFUK-KFUM Global (kfuk-kfum-global.no)

Een dagje op zee vullen we in met thee drinken, afwisselend buiten op het overdekt dek, als lekker warm binnen in een gezellige zetel, en wat lezen en foto’s trekken van het steeds prachtige decor. Een praatje links of rechts, maar voor de rest hangt hier zo’n ongedwongen sfeer dat het gewoon zalig genieten is. Dus, veel sneller dan nodig zijn we terug in Bergen, al is het een leuk weerzien met mijn favoriete stad.

Terugkeer naar Bergen

En dan komt er plotseling nog een verrassing uit de bus, onze vlucht wijzigt weer, dus we hebben opnieuw een extra dag in Bergen. Dat nieuws komt als geroepen, want ik wil nog niet terug naar huis. We genieten intens van de stad, ondanks de grijze wolken.

Het mooie Bergen!

Met de postboot naar de Noordkaap ( de mooiste zeereis ter wereld)

Ik merkte het al op voorhand als ik het had over mijn reisplannen, voor veel mensen is de Hurtigruten nog onbekend. En, ik wil er nu niet teveel reclame voor maken, want het was er voor ons lekker rustig, maar dit is toch wel een hele leuke manier om de kust van Noorwegen te ontdekken, als ik al niet mag zeggen dé manier. Deze postboot vertrekt uit Bergen richting het Noorden helemaal tot Kirkenes, om dan terug zuidwaarts te varen. Bij elk van de 34 havens waar de postboot stopt, wordt de laadklep geopend, en gaan er transportgoederen in en uit, de ene keer al wat meer dan de andere. Ook ’s nachts vaart de postboot verder, maar de havens die je ’s nachts aandoet noordwaarts, doe je overdag als je terug naar het Zuiden meevaart. Maar echt, om elke dag de omgeving te zien veranderen, van groen naar ijs, van koud naar kouder, en dan laat de zon zich op een ochtend zien, wat een magisch moment!

Bergen, de stad tussen de zeven bergen

Maar we beginnen met een citytrip in Bergen. Door een wijziging van de vluchturen mogen we zelfs een dag eerder, dus we hebben een ruim weekend om deze zalige stad te ontdekken voor we aan boord gaan van onze postboot Nordnodge. En wat ben ik verliefd! Deze stad heeft alles! Van natuur tot cultuur tot een actief stadsleven. Unesco Werelderfgoed, kunst en verse vis, elke dag! Schoonheid in de vele kleine kunstgalerijen, musea bezoeken, verdwalen in Bryggen, en dan toch een Guinness kunnen drinken in een Irish Pub. Ok, hier wil ik komen wonen!

Aan boord van MS Nordnodge

De postboot wordt onze thuisbasis voor 11 dagen, dus nadat we onze kajuit hebben gevonden, gaan we op onderzoek uit. Ik had gelezen dat je tussen de locals reist, dus ik was benieuwd wie we hier allemaal zouden ontmoeten. Blijkt dat er veel Zweden werken, het loon is beter dan in hun thuisland, en hun taal trekt zo hard op het Noors dat ze makkelijk met elkaar kunnen communiceren. Twee vaarten op en af, en dan 22 dagen thuis. Klinkt me zo slecht nog niet. Qua reizigers komen we vooral Engelsen tegen, en wat Duitsers. Er gaat maar een vijfde van de capaciteit van de boot mee op deze tocht, dus plek zat voor iedereen. De postboot is geen cruise, je vindt er geen zwembaden of casino’s, maar uit eigen ervaring kan ik nu wel zeggen dat het dik in orde is. Lekker vers eten, elke dag, met keuze tussen vis, vlees of vegetarisch. Een bar waar je ’s avonds lekker in een stoel kan onderuitzakken en kan genieten van de deining. En geen chichi. Oef.

ons bootje

Urke & Alesund

Gezien we ’s avonds vertrekken, is het al donker als we Bergen achter ons laten en de eerste vissersdorpen zien we by night. ’s Morgens verwelkomen de eerste besneeuwde bergtoppen ons al, en de eerste huisjes met een grasdak laten zich zien. Prachtig is het hier! Het is middag als we in Urke aanmeren, een supercute klein dorpje waar we een deel van de middag kunnen doorbrengen.

Diezelfde avond meren we nog aan in Alesund, een charmante stad om in de schemer nog rond te kuieren. Volgens de reisgids een belangrijke vissersstad en ook een aangename winkelstad. Wat vooral opvalt, is hoe fjorden en bergen hier samenkomen in de oceaan. Is het deze combinatie die het hier in Noorwegen zo mystiek maakt? Ik ben alvast in de ban.

Het is winter, en dan doet de Hurtigruten de bekende Geirangerfjord niet aan. Je krijgt dan wel Urke in de plaats. Maar wat had ik nu gedacht, dat die bekende vogelbergen nu ook vol papegaaiduikers zou zitten? Oeps. Ik weet dus nu al dat ik nog eens moet terugkomen.

Trondheim

In Trondheim loopt de Nid-rivier, en vanop deze mogen we de stad van dichtbij gaan ontdekken, we bezoeken Trondheim per kayak. De houten stad. Dit was ooit de eerste hoofdstad van Noorwegen, toen nog genaamd Nidaros (de naam omdat de stad gelegen is bij de monding (=’os’) van de Nid-rivier). De beroemde Nidaros kathedraal, één van de grote Gotische gebouwen van Europa hebben we enkel vanop afstand gezien, maar een stad zien vanop het water is altijd een aanrader. Het weer zit niet zo mee vandaag, dus het grootste deel van de tocht kayakken we in de regen; dat kan de pret niet bederven.

De Poolcirkel & Bodo

En dan is er dat spannende moment, we kruisen de Poolcirkel, en komen in het land van de Middernachtzon. Het is winter, dus wij gaan vanaf nu eerder op zoek naar het Noorderlicht. De dag starten om 8u07 ’s morgens met champagne in de hand, er zijn slechtere manieren om de dag te beginnen. Diezelfde middag bezoeken we Bodo, en ja, er ligt sneeuw! Onze botinnen in de valies proppen was zeker geen slecht idee.

De Poolcirkel

Tromso (het Parijs van het Noorden)

Ook hier kijk ik erg naar uit. Tromso, een andere parel van Noorwegen. We hebben de ganse middag om die te bezoeken, en dat is nog te kort. Mijn lijstje van plaatsen waar ik nog eens terug naartoe wil wordt alsmaar langer. Deze stad is fantastisch. Wij bezoeken de lokale brouwerij en ontdekken een aantal stoutbieren; wat een gezellige kroeg!

De Noordkaap

En dan is het tijd voor het summum van de reis, de Noordkaap. We hebben ons ingeschreven voor de excursie, want op eigen houtje geraak je moeilijk op de Noordkaap vanuit de haven van Honningsvag, toch om op tijd terug aan boord te zijn. Samen op de bus, en door echt winterweer rijden we naar het meest Noordelijke punt van Europa. Hier zijn we echt op het einde van de wereld. En dat het daar prachtig is. We wisselen de koude wind van buiten af met de panoramahal, die in een berg in ingebouwd. Hier spelen ze een unieke voorstelling met een super-videograaf over de natuur en de seizoenen van Noordkaap. Ik voel me zo verbonden met de natuur dat ik er geëmotioneerd van ben. Hoe prachtig is dat hier! Ik denk terug aan het boek van Mark Eyskens Zinzoeken? heeft dat eigenlijk zin? en ook aan de bewoners van het Noorden, de Sami, die ik al eerder mocht ontmoeten in Lapland. Ontmoeting met de Sami cultuur in Lannavaara.

‘Hier sta ik dan op Noordkaap, op het uiterste punt van Finnmark, aan het einde van de wereld. Hier, waar de wereld eindigt, eindigt ook mijn nieuwsgierigheid en keer ik tevreden huiswaarts.’

Negri, 1664.

De Noordkaap

Kirkenes

En dan varen we door naar onze laatste stop voor we terug Zuidwaarts varen, Kirkenes, vlak aan de grens met Rusland. We hebben een voormiddag om deze stad te ontdekken, en ik wil graag wat meer van de Sami weten, dus we beslissen twee musea in de stad te bezoeken; het Grenselandmuseet en Saviomuseet. Er is een expeditieteam aan boord van het schip, dus elke stop krijg je een stadsmap mee, en geven ze je ook wat bezienswaardigheden mee. Deze musea zijn meer dan een aanrader. Vooral het kunstmuseum met werken van de Sami kunstenaar John Savio steelt mijn hart.

Kirkenes

En wat ben ik blij dat ik nog niet van de boot moet! We mogen nog mee Zuidwaarts, terug richting Bergen. En, de haventjes die we gemist hebben op weg naar het Noorden omdat we ze ’s nachts passeerden, komen nu wel aan bod. Op het programma: Vardo, Hammerfest, Harstad, Sortland en Bronnoysund. Dat lezen jullie volgende week!